Les 31 Flashcards
1
Q
soms
A
yǒu (de) shíhou
2
Q
het weer
A
tiānqì
3
Q
warm (zijn) / heet (zijn)
A
rè
4
Q
koud (zijn)
A
lěng
5
Q
regenen
A
xià yǔ
6
Q
regen
A
yǔ
7
Q
graden
A
dù
8
Q
graden onder nul
A
língxià…dù
9
Q
tot / arriveren
A
dào
10
Q
…tot … graden
A
…dào…dù
11
Q
meest
A
zuì
12
Q
hoog (zijn) / lang (zijn) (lengte)
A
gāo
13
Q
laag (zijn)
A
dī
14
Q
temperatuur
A
qìwēn
15
Q
ontzettend / overleden
A
sǐ le