Les 09 Flashcards
1
Q
broer (ouder dan jij)
A
gēge
2
Q
zus (ouder dan jij)
A
jiějie
3
Q
broertje (jonger dan jij)
A
dìdi
4
Q
zusje (jonger dan jij)
A
mèimei
5
Q
naam
A
míngzi
6
Q
maar
A
kěshì
7
Q
hebben
A
yǒu
8
Q
niet hebben
A
méiyǒu
9
Q
dansen
A
tiàowǔ