les 3 - welbevinden Flashcards

1
Q

beschrijving welbevinden

A
  • als een vis in het water
  • toestand waarin kinderen zich op en top voelen.
  • zich goed in hun vel voelen
  • het gaat hen voor de wind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

signalen welbevinden

A
  • genieten
  • spontaan en zichzelf kunnen zijn
  • open en ontvankelijk zijn
  • ontspanning en innerlijke rust
  • vitaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

6 basisbehoeften

A
  • Lichamelijke behoeften
  • Behoefte aan affectie, warmte en tederheid
  • Behoefte aan veiligheid, duidelijkheid en continuïteit
  • Behoefte aan erkenning en bevestiging
  • Behoefte zichzelf als competent te ervaren
  • Behoefte aan zingeving en aan morele waarde

welbevinden ontstaat als je erin slaagt je basisbehoeften te bevredigen

wanneer je beschikt over een gezonde emotionele basis, goed in je vel zit, een positief zelfbeeld hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welbevinden meten: niveau 1

A

niveau 1:

  • kijkt bedrukt, huilt, gilt,…
  • reageert niet op omgeving, vermijdt contact, trekt zich terug,…
  • is gespannen, onrustig, …
  • toont zich onzeker, angstig, …
  • is boos, daagt anderen uit, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welbevinden meten: niveau 2

A

zoals niveau 1 maar minder uitgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welbevinden meten: niveau 3

A
  • lijkt onverschillig, onbewogen
  • mimiek en houding zijn neutraal
  • heeft geen plezier, maar ook geen onbehagen
  • heeft oppervlakkige contacten met anderen

met drie zijn we nog niet tevreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welbevinden meten: niveau 4

A

zoals 5 maar minder uitgesproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welbevinden meten: niveau 5

A
  • is blij en opgewekt, glundert,…
  • is spontaan, is zichzelf
  • toont zelfvertrouwen
  • is spontaan
  • straalt energie en levenslust uit
  • staat open voor de omgeving, gaan vlot in interactie met anderen, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar welbevinden goed voor is

A
  • positief effect op je zelfbeeld
  • gave emotionele ontwikkeling
  • voorwaarde voor betrokkenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welbevinden stimuleren

A

≠ kinderen verwennen
- zodanig ondersteunen dat ze er zelf in kunnen slagen hun basisbehoeften te bevredigen
GEVOLG: positieve spiraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mogelijke gevolgen van laag welbevinden

A

gevaar voor emotionele problemen:

  • overdreven hangerig
  • angstig gedrag
  • agressief gedrag
  • teruggetrokken
  • verlies contact met zichzelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welbevinden in het tempelschema

A

valt onder bevrijdingsprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly