les 2 Flashcards
waarnemen vs observeren
waarnemen: doe je onbewust heel de dag
observeren: doe je gericht met een doel voor een bepaalde tijd. Niet heel de dag.
open vs gerichte observatie
open: je observeert alle aspecten van het gedrag gedurende een bepaalde periode. Je houdt constant je ogen en oren open en pikt van alles op. dit doe je altijd
gerichte: specifiek richten, je maakt dan op voorhand wel een keuze op welk aspect van gedrag je wil focussen tijdens je observatie
welk gedrag wil ik observeren?
- welbevinden
- betrokkenheid
- ervaringsgerichte basishouding ko
- warm contact
- competenties
- …
welke observatiemethodes zijn er?
- kleuterdagboek of anekdotische observaties
- post-it observatie
- leerverhalen
- tijdssteekproef
- checklist
- sociogram
zie digitale cursus vr meer uitleg bij deze methodes
valkuilen bij observeren
- figuur- achtergrond
- contrastwerking
- herhaling vn gedrag
- grote plotse veranderingen
- door camouflage
- weten dat je geobserveerd wordt
figuur-achtergrond
waar kijk je naar als je de kleuter observeert? Kijk je naar positief of naar negatief gedrag?
contrastwerking
Waarmee vergelijk je wanneer je observeert wat een sterke kleuter is, wie slimst is,…?
herhaling van gedrag
hoe vaker een bepaald gedrag wordt gesteld, des te beter is het verworven. wat is het effect van drillen van bepaald gedrag?
grote plotse veranderingen
zien we gemakkelijker dan kleine, geleidelijke veranderingen
door camouflage
ontgaan ons bepaalde kenmerken. ook kleuters kunnen zich haast onzichtbaar maken en zich onttrekken aan het oog van de KO
storende factoren bij observator (ik)
- emotionele instelling
- voorkennis en vroegere ervaringen
- vooroordelen -> halo-effect en horn-effect
- wen- en irritatie- effect
emotionele instelling
hoe is het met de rest van je gedrag gesteld. gebeurtenissen die voor de observatie zijn gebeurt
voorkennis of vroegere ervaringen
kreeg je informatie vn collega over de kleuter?
vooroodelen halo en horn
halo-effect: je stelt een positieve eigenschap vast en laat je hierdoor beïnvloeden
horn-effect: je stelt negatieve eigenschap vast en laat je hierdoor beïnvloeden
wen- en irritatie-effect
denk aan een kleuter die je al veel geobserveerd hebt
observeren en interpreteren
observeren: probeer zo objectief mogelijk alles weer te geven wat je gezien hebt
interpreteren: ga opzoek naar een achterliggende oorzaak. Er zijn meerdere interpretaties mogelijk.
evaluatie en reflectie
doe iets met je observatie