Les 3: Stofwisselingsstoornissen Flashcards
1
Q
- Beschrijf degeneratie/ letsel op celniveau
A
- Pathologische veranderingen aan individuele celcomponenten en celorganellen letsels op celniveau
o 5 systemen in de cel
Kern met nucleoli, ribosomen, RER, Golgi: productie organellen + eiwitsynthese
Mitochondriën: energieproductie
Lysosomen: intracellulaire vertering
GER: detoxicatieprocessen
Celoppervlak-plasmamembraan: barrièrefunctie, ontvangst chemische signalen omgeving, transport van moleculen van binnen en buiten
2
Q
- Geef de pathogenese van degeneratief celoedeem
A
- Allemaal te maken met hypoxidose, Na/K pomp die stilvalt
- Beschadiging hypoxie ATP-productie daalt, pompen vallen stil Na + water in de cel en K uit de cel osmotische druk stijgt meer water in de cel
Cisternen RER gaan open, scheuren en vormen vacuolen extensieve vacuolatie
o Na+/K+ pomp: 3 Na voor 2 K.
Na extracellulair > Na intracellulair. K extracellulair < K intracellulair. Deze verhouding door continu K naar binnen te pompen en Na naar buiten (tegen gradiënt). Als deze pomp niet werkt: niet 3 Na naar buiten pompen en 2 K naar binnen. Rond allemaal zit een watermantel. De cel is osmotisch actiever dan interstitium (in cel zitten eiwitten etc…)
Na blijft binnen, K blijft buiten. Meer ionen binnen dan buiten, meer osmotische druk binnen dan buiten, aantrekken van water. Onder normale omstandigheden wordt dit naar buiten gepompt. Normaal netto 1 watermolecule naar buiten winst (2 K in en 3 Na uit, allebei hebben watermantel). Gebeurt dit niet: CELZWELLING!
o Ballooning
o = Stilvallen van de Na/K pomp