Les 3 Principes van Infectieziekten en Emerging infectious diseases Flashcards
- Mutualisme
beide organisme hebben voordeel van het samenleven.
- Commensalisme
1 van de organisme profiteert, heeft dus voordeel aan het samenleven. Maar de gastheer heeft hier geen nadeel van. Het is dus niet goed of slecht voor het ander organisme.
- Parasitisme
1 van de organisme profiteert, heeft dus voordeel aan het samenleven. Maar de gastheer heeft hier wel last van, heeft dus een nadeel aan het samenleven.
- Kan de verschillende vormen van symbiose benoemen
o Kort:
o Mutualisme: beide organismen hebben voordeel
o Commensalisme: één heeft voordeel, één heeft geen voordeel en geen nadeel
o Parasitisme: één heeft voordeel, één heeft nadeel
- Kan het belang en de betekenis van normale microbiota uitleggen
- Commensale flora is de flora waarmee de mens in symbiose leeft.
- Mutualisme, beide soorten (mens en micro-organisme) hebben geen last van elkaar maar juist voordeel.
- De mens zorgt ervoor dat er en goed milieu is voor de commensale flora om in te leven. Het zorgt ook voor voedingsstoffen.
- De commsale flora gaat met pathogene competitie aan om voedingstoffen waardoor pathogene minder kans hebben om te overleven.
- De commensale flora maakt soms ook nog voedingsstoffen aan zoals vitaminen.
- De commensale flora ontstaat na de geboorte, want het kind in de baarmoeder is steriel, de commensale flora bestaat uit +/- 1x10^14 bact, dat zijn 10 keer zoveel als dat mensen cellen hebben.
- Kan factoren noemen die bijdragen aan het ontstaan van opportunistische infecties
- Een opportunistische infectie is een infectie die ontstaat als het immuunsysteem verzwakt is, de commensale flora veroorzaakt dan een infectie.
- Een dergelijke infectie wordt ook vaak een secundaire infectie genoemd.
- Dergelijke bacterie wordt dan een opportunistische pathogeen genoemd
- Factoren:
- Leeftijd: bejaarde hebben over het algemeen een verminderde weerstand.
- prematuren (te vroeg geborenen)
- Stofwisseling hormonale huishouding: bepalen welke voedingsstoffen er ontstaan.
- Chronisch/ernstige zieken: een verminderde weerstand
- Antibiotica: dood bepaalde commensale flora waardoor andere bacterien van de commensale flora een kans krijgen, competitie is minder.
- Infectie van andere weefsels
- Weet wat wordt bedoeld met een infectieziekte en kan de in de les genoemde termen zoals klinische, latente en systemische infecties gebruiken om een infectie te karakteriseren.
- Een infectieziekte is een ziekte die wordt veroorzaakt door een micro-organisme, men spreekt pas echt over een infectie ziekte als het pathogeen zich in de gastheer kan handhaven en kan groeien.
- Dit wordt ook wel kolonisatie genoemd.
- Er zijn een aantal factoren die invloed hebben op de kans dat een gastheer geïnfecteerd raakt:
- Porte d’entree: plaats waar het pathogeen binnen is gekomen.
- Gastheer specifiek: of het pathogeen kan overleven in de gastheer.
- Virulentie: minimale infectieuze dosis
- Gastheer: factoren voor de gastheer zoals erfelijkheid of immuun gesteldheid.
- Klinische infectie
een infectie waarbij het gehele ziektebeeld aan symptomen tot uiting komt en duidelijk waarneembaar is, waardoor aan de hand van de symptomen een diagnose gesteld kan worden.
- Subklinische infectie
een infectie waarbij de symptomen nauwelijks of niet tot uiting komen en alleen door een controle naar antilichamen gesteld kan worden dat een patiënt met een subklinische infectie geïnfecteerd is. Dit soort patiënten zijn meestal dragers van een pathogeen waarmee zij andere mensen kunnen besmetten.
- Acute infectie
een snel ontwikkelende infectie die meestal maar van korte duur is. (bv. influenza)
- Chronische infectie
ontwikkelt langzaam, en men behoud ook lang de symptomen. (bv. Hepatitis)
- Latente infectie
het pathogeen is na infectie altijd in het lichaam aanwezig inactief, en wordt onder bepaalde omstandigheden actief en de patiënt is dan ook besmettelijk.
- Lokale infectie
een infectie is alleen gelimiteerd tot een bepaald gebied van het lichaam. Meestal is dit de huid.
- Systematische infectie
de pathogene of hun producten worden verspreid in het lichaam via het bloed of lymfe vocht.
- Bacteriurie
bacteriën in de urine