Les 12 Flashcards
1
Q
Bezorgdheid/spanning
A
Anxiété
2
Q
De gemeenschap
A
Le commun
3
Q
Gewoonte (gemeenschap gerelateerd)
A
La coutume
4
Q
Voortaan
A
Désormais
5
Q
Gouden
A
Doré
6
Q
Buiten beschouwing laten
A
Écarter
7
Q
Lastig vinden
A
S’embarasser
8
Q
Gemeenschappelijk
A
En commun
9
Q
Op grond van / krachtens
A
En vertu de
10
Q
Uittrekken
A
Extraire
11
Q
Nederigheid
A
La humilité
12
Q
Ongebruikelijk
A
Insolite
13
Q
Zich wijden aan
A
Se livrer à
14
Q
Zich opwinden
A
S’animer