Les 01 Flashcards

1
Q

welke aspecten zijn belangrijk bij het proeven?

A

smaak en mondgevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de kleur van bier is afhankelijk van?

A
  • moutsoort
  • fruit bij fruitbieren
  • toevoegingen als: karamel, kandij, fruitsappen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar is de HELDERHEID van bier van afhankelijk?

A
  • filtratie
  • sedimentatie (bezinking)
  • leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zoete geuren zijn afkomstig van?

A
  • mout
  • suikers
  • honing
  • karamel
  • kruiden
  • gist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bittere geuren komen van?

A
  • hop
  • gebrande mout
  • kruiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke soorten mondgevoel kunnen op de tong worden waargenomen?

A
  • koolzuurgehalte
  • restsuiker gehalte
  • alcoholgehalte
  • PH
  • —–ph onder 7
  • —–ph boven 7
  • metaal
  • taninne
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

relatie tussen sensorische bitterheid en IBU waarde (lijstje)

A

IBU: 2-20 = weinig bitter
IBU: 20-30 = bitterig
IBU: 30-45 = bitter
IBU: >45 = zeer bitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe noemen we het waarnemen met de neus?

A

aroma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

doelstellingen van proeven kunnen zijn?

A
  • kennismaken
  • blind herkennen
  • beschrijven
  • analyseren
  • kwaliteitscontrole
  • rangschikken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is waarderend proeven?

A
  • meeste competities gebruiken het

- juryleden beoordelen verschillende biertypen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is ECB-schaal en wat duidt het aan?

A

brouwers duiden er kleur mee aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kruiden geuren komen van?

A

koriander, gember, gagel, munt, jeneverbes, anijs, kruidnagel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn restsuikers?

A

suikers die tijdens vergisting niet in alcohol en koolzuur zijn omgezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

noem 3 soorten smaakpapillen op de tong

A
  • circumvallate
  • foliate
  • fungiform
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mondgevoel = tastzin. noem 6

A
  • temperatuur
  • textuur
  • koolzuurgehalte
  • wrang
  • plakkerigheid
  • pittigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

noem visuele aspecten van proeven

A
  • kleur
  • helderheid
  • schuim
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

noem innerlijke aspecten van proeven

A
  • ruiken
  • proeven
  • body
  • mondgevoel
  • koolzuur
  • nasmaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

noem 3 proefmethoden

A
  • onderscheidend
  • waarderend
  • beschrijvend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is beschrijvend proeven?

A

goede beschrijving vinden voor bijvoorbeeld een menu

20
Q

wat is koude troebel?

A

heldere volmout bieren kunne troebel worden wanneer ze erg koud worden ingeschonken - verdwijnt bij +/- 10 graden

21
Q

zuren komen van?

A

melkzuur, azijnzuur, citroenzuur

22
Q

waar staat BU voor?

A

Bitterness Units

23
Q

waar staat IBU of EBU voor?

A

International & european bitterness units

24
Q

stibon proefformulier is?

A

beschrijvend/ aantekeningen

25
Q

smaak is een samenspel tussen?

A

mond en neus

26
Q

brouwproces (alle stappen)

A
  • schroten
  • maischen
  • klaren
  • koken: hop toevoegen
  • whirlpool
  • koelen
  • gisten
  • lageren
  • centrifugeren
  • filteren
  • pasteuriseren
  • afvullen
27
Q

herkenning ve product komt niet door tong maar neus. hoe noemen we dat?

A

olfactorisch epitheel

28
Q

flavour staat voor?

A

gustatie (alle basissmaken) & olfactie samen

29
Q

gustatie en olfactie samen noemen we?

A

flavour

30
Q

smaak. is een sensorische functie vh centrale zenuwstelsel. waar komt deze tot stand? 4 plekken

A
  • tong
  • gehemelte
  • keelholte
  • strotklepje
31
Q

wanneer worden smaken en aroma’s onderdrukt?

A

lage temperaturen

32
Q

waar moet een proefruimte aan voldoen?

A
  • neutraal
  • rustig
  • geurvrij
  • minus storende invloeden
33
Q

waar staat ISO voor?

A

Internationaal standards organisation

34
Q

proefvolgorde

A
  • weinig alcohol
  • lichte kleur
  • lichte bitterheid
  • opbouw naar sterkere donkere en bittere bieren
35
Q

hoe neutraliseren we restsmaken?

A
  • cream crackers
  • wit brood
  • zure appel
  • water
36
Q

beste tijdstip om te proeven?

A

10-12 uur

37
Q

stijgt bij proeven temp van bier?

A

ja, binnen paar seconden. van 10-36 graden

38
Q

wat is hoofddoel van onderscheidend proeven?

A

afwijkende bieren ontdekken

39
Q

effectieve onderscheidende methode? en wat doet deze test?

A
  • driehoekstest

- 2 identieke bieren, herken de afwijkende

40
Q

Waar staat EBC voor?

A

european brewery convention

41
Q

wat is 2-schijn?

A

net niet helemaal helder

42
Q

ongefilterde bieren zijn?

A

troebel

43
Q

zuur bier laat je?

A

samentrekken

44
Q

welk gevoel geeft tannine?

A

stroef/ wrang

45
Q

wat zijn de 5 basis smaken?

A
  • zoet
  • zuur
  • zout
  • bitter
  • umami
46
Q

hoe noemen we de primaire basissmaken?

A

gustatie = basissmaak

47
Q

wat is olfactorisch epitheel?

A

herkenning ve product door neus