Lektion 18 Flashcards
dienst (jaren in dienst)
das amt, ¨er
het toestel, apparaat
der apparat e
de werkloosheid
die arbeidslosigkeit
de automaat
der automat en
de burger
der bürger
een huwelijk
die ehe n
de vorm
die form en
de traditie
die gewohnheit en
de gsm
das handy s
de inflatie
die inflation en
het seizoen, jaargetijde
die jahreszeit en
de airconditioning
die klimaanlage n
de landbouw
die landwirtschaft
de prestatie
die leistung en
de maan/maanlicht
der mond e
de (politieke) partij
die partei en
de president
der präsident en
de prijs, een beloning <> prijs winnen
der preis e
de zender/programma
das programm e
de regering
die regierung en
het pensioen
die rente
het reisbureau
das reisebüro s
het schip
das schiff e
het programma/uitzending
die sendung en
het stuk
das stück e
het systeem
das system e
het onderscheid
der unterschied e
broers en zussen, verwanten
der/die verwandte n // ein verwandter
de keuze, de verkiezingen
die wahl en
het tijdschrift
die zeitschrift en
de rente, interest
der zins
het toeval
der zufall ¨e
afhangen, afhankelijk zijn van iets
(ab)hängen
veranderen, wijzigen
ändern
ontstaan, voortkomen
entstehen
uitvinden, bedenken
erfinden
oprichten
gründen
vertalen
übersetzen
veranderen, wijzigen
verändern
publiceren, uitbrengen, bekend maken
veröffentlichen
ver
fern
nipt
knapp
mondeling
mündlich
normaal
normal
noodzakelijk
notwendig
positief
positiv
stedelijk, urbaan
städtisch
nutteloos, tevergeefs
vergeblich
centraal
zentral
degelijk, betrouwbaar
zuverlässig
buiten, behalve
außerhalb
daarom
darum
politiek
die politik
daarom
darum