Lektion 15 Flashcards
de aard, de manier, de soort
die Art en
de beweging
die Bewegung en
de verhouding
die Beziehung en
het dieet
die Diät en
het ding
das ding er
de verontschuldiging
die Entschuldigung en
het tv kijken
das Fernsehen
het figuur
die Figur en
het apparaat//dit loopt uit de hand
das Gerät e
de reden
der Grund ¨e
de hoop
die Hoffnung en
het lichaam
der Körper
het levensmiddel
das Lebensmittel
de methode
die Methode n
de mislukking
der Misserfolg e
de moed
der Mut /
het voedingsmiddel
das Nahrungsmittel
het plan
der Plan, Pläne
de veroordeling
die Überzeugung en
aanmelden
an_melden
baden
baden
beslissen
beschließen
straffen
bestrafen
bewegen
bewegen
verklaren
erklären
vaststellen
fest_stellen
wennen
gewöhnen
plannen
planen
zweten
schwitzen
neerhalen, omverwerpen, vallen
stürzen
toenemen/groeien, stijgen
zu_nehmen
aanzien
zu_schauen
in elk geval
jedenfalls
terug, achterwaarts
rückwärts
in plaats van
statt
ooit, telkens
je
voldoende, bevredigend
befriedigend
dun, schraal
dünn
lui, niets doen
faul
vers
frisch
precies, juist
genau
daadwerkelijk
grundsätzlich
hongerig
hungrig
mager, schraal
mager
persoonlijk
persönlich
nauwkeurig
pünktlich
schoon, netjes, zuiver
rein
slank, dun, tenger
schlank
sportief
sportlich
kenmerkend, typisch
typisch
verstandig
vernünftig
