leerpad C assessment

Question 1

een doelstelling is differentiele diagnostiek

Answer 1

waar

Question 2

assessment is een doel, geen middel

Answer 2

niet waar, omgekeerd

Question 3

er is een strikte scheiding tussen assessment en therapie

Answer 3

fout, geen strikte scheiding
onderzoekend behandelen

Question 4

assessment in revalidatiefase is meer gericht op activ, particiatie en context factoren

Answer 4

fout, dit is in chronische fase

Question 5

de logo neemt bij voormoeden van afasie de CAT-NL af binnen een week na beroerte

Answer 5

fout, screeling

Question 6

de logo bepaalt bij … de ernst van de afasie

Answer 6

elk meetmoment

Question 7

hoe meer testen hoe beter

Answer 7

niet waar, gevaar overtestin (verminderd zelfvertrouwen, frustraties, confronterend)

Question 8

is veel testen in acute fase na CVA zinvol?

Answer 8

nee, klinisch beeld is in evolutie
meer nood aan bepalen aanwezigheid stoornis en psycho-educatie

Question 9

afasie heeft enorme invloed op zelfredzaamheid

Answer 9

waar

Question 10

na 3 maanden heeft … % stoornissen in min 1 NT-talig cognitief domein
na 1 jaar … %

Answer 10

88%
80%

Question 11

scenario hoort bij .. in ICF

Answer 11

functies

Question 12

NBT hoort bij … in ICF

Answer 12

functies

Question 13

je begint bij een bedside screening altijd met spontaan gesprek

Answer 13

waar

Question 14

wat ga je zeker nagaan tijdens bedsid screening

Answer 14

4 taalmodaliteiten

Question 15

wat is person first policy?

Answer 15

persoon wordt niet gereduceerd tot zijn stoornis

Question 16

wat is anarthrie

Answer 16

= verworven neurogene spraakstoornis die zo ernstig is dat de spraak compleet onverstaanbaar is

Question 17

de logo is een observator

Answer 17

fout, actieve participant