Leereenheid 7 - Inflatie Flashcards
Wat is CPI?
De consumentenprijsindex.
Je segmenteert de soorten goederen.
Voor zo’n segment is er dan een prijsindexcijfer.
CPI is het gewogen gemiddelde van die prijsindexcijfers.
Wat is inflatie?
De stijging van prijzen.
Afname van koopkracht van geld. Je geld is minder waard.
Hoe bereken je CPI?
Je vermenigvuldigt de procentuele stijging met het procent wat die specifieke categorie is gestegen.
Dan tel je dat bij elkaar op.
Wat is het verschil tussen nominaal en reëel?
Nominaal: Puur alleen het geldbedrag.
Reeël: Koopkracht van salaris. Hoeveel kan je met het geld kopen.
Welke gevolgen heeft inflatie voor de economie?
- Meer schulden, hogere rente, wanneer inflatie hoger is dan rente is het nadelig van de geldgever
- Loon/prijsspiraal
Waardoor ontstaat inflatie?
tba
Hoe kunnen we inflatie corrigeren?
tba
Wat is hyperinflatie?
tba
Wat is deflatie?
Het gemiddelde prijsniveau daalt. Je kan meer kopen voor je geld.
Waarom is een beetje inflatie gunstig?
Omdat het consumenten stimuleert om NU te kopen ipv later, want dan zal het duurder zijn.
2% inflatie wordt als gunstig gezien.
Wat is RIC?
Reële index cijfer. Koopkracht van inkomen.
wat is NIC?
Nominaal index cijfer/ Hoogte van het inkomen.
Wat is PIC?
Prijsindexcijfer. Meestal CPI.
Van welke twee factoren zijn veranderingen in het reële loon afhankelijk?
Stijging van het nominale loon.
Stijging van de prijzen/inflatie.