Leereenheid 5 - Economische groei Flashcards

1
Q

Wanneer is de economie in evenwicht? Hoe kan je dit in een vergelijking weergeven?

A
Wanneer de lekken even groot zijn als de injecties/extra middelen.
Dus wanneer ( S + T + M ) = ( I + G + E ).
LEKKEN = W (WITHDRAWALS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de vergelijking ( S - I ) + ( T - G ) = ( E - M ) in?

A
Sparen - Investeringen (dus Financiele instellingen)
MINUS
Belasting - O. Uitgaves (dus overheid.)
Is gelijk aan
Export
MINUS
i(M)port (MEER MEER SPULLEN)

De som van het spaarsaldo van bedrijven en gezinnen en de overheid, is gelijk aan het saldo van het buitenland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe maak je een kringloopschema?

A

Er is een kringloop van goederen/diensten en geld.
Dus aan de ene kant staat de C van Consumptie wat van gezinnen naar bedrijven loopt.
En aan de andere kant staat de Y van productiefactoren (YUM YUM MEER GELD) wat van bedrijven naar gezinnen loopt. Dit is dus ook het loon wat weer naar de gezinnen gaat!
De stromen zijn de uitgaven en hoe ze lopen.
Dus gezinnen betalen geld voor stuff. Bedrijven betalen geld voor yummy productiemiddelen.

Je voegt hier dan nog drie elementen aan toe:

  • Financiële instellingen
  • Overheid
  • Buitenland

Daarin gaan vanuit gezinnen ook geldstromen.

  • S van Savings UITGEVEN NIET SPAREN DUMBASS, KAPITALISME!!
  • T van Tax want fuck de fiscus
  • M van MEER MEER SPULLEN i(M)port van alibaba enzo

En er komen geldstromen uit die drie elementen naar de bedrijven.

  • I van Investeringen aka leningen enzo
  • G van Graaiers oftewel overheidsuitgaves, ook “Gaat lekker jongens”
  • E van Export want dat begint met een E
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe stel je vanuit een kringloopschema een staat (tabel) van middelen en bestedingen op?

A

De staat/tabel geldt voor een van de partijen/spelers. Dus bijv. de gezinnen.
Eigenlijk een balans.
Dus links de activa (middelen) en rechts de passiva (bestedingen).
Voor gezinnen is dat dan links: Y (want loon).
Rechts: S(avings), T(axes), i(M)port.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op welke drie manieren wordt BBP berekend?

A

1- Toegevoegde waarde. TOEGEVOEGD dus niet alle inkomsten optellen van alle bedrijven want bijv de toevoegingen van halffabrikaten moeten BEREKEND worden en niet zomaar plat bij elkaar opgeteld. Je trekt dus de kosten van de grondstoffen af van de doorverkoopprijs. Dus alleen aan het begin van een productiecyclus heb je het volledige bedrag. Voor alle andere stappen moet je de kosten van de grondstoffen van de opbrengst aftrekken (haha).
Je hebt dit in bruto, en netto (dus minus afschrijving)
2- Inkomens, dus hetzelfde als de toegevoegde waarde. Want dat moet. Ok dan.
3- Bestedingen - Hoeveel producten die “af” zijn zijn gekocht, dus die niet verder worden bewerkt enzo.
C(onsumptie) + I(nvesteringen) + overheidsuit(G)aves + E(xport) - (i)M(port) (omdat het gaat om BINNENLANDS product).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er verstaan onder bruto en netto nationaal inkomen?

A

Manier om Bruto Binnenlands Product te berekenen.

C(onsumptie) + I(nvesteringen) + overheidsuit(G)aves + E(xport) - (i)M(port) (omdat het gaat om BINNENLANDS product).

Bruto = Je telt het inkomen van NLs die in het buitenland wel mee
Netto = Vervanging/afschrijving/buitenlands geld NIET meegeteld.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke kanttekeningen zijn er bij BNP als maatstaf voor economische groei?

A
  • Houdt geen rekening met VERDELING van goederen. Er is een diminishing return op bevrediging naarmate je meer hebt.
  • Officieuze/onder de tafel-economie wordt niet meegeteld.
  • Negatieve effecten zoals bijv op het milieu worden niet meegerekend. Dit kan later ook bakken geld kosten. En al onze levens :) lekker kortzichtig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een conjunctuurcyclus?

A
De ups en downs van de economie.
Fases:
1- recessie, laagtepunt
2- groei/opleving
3- overspanning/hoogtepunt
4- neergang
5- recessie, laagtepunte
Overheid kan ingrijpen. Door belastingen. Of bestedingen stimuleren. Meer in later blok.

tegengaan/uitstellen neergang:
1- meer productiemiddelen
2- efficienter middelen gebruiken

Uiteindelijk zal het nationaal inkomen groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan een economie op de korte termijn groeien? En op de lange termijn?

A

Kort: Meer vraag en aanbod.
Lang: Meer productiemiddelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor lekt geld weg uit de heilige kapitalismekringloop? Wat is het tegenovergestelde?

A

Door financiele instellingen, overheid, en buitenland.
Eigenlijk alles buiten bedrijven om waar gezinnen hun geld aan uitgeven:
Sparen (S van Sparen)
Belastingen (T van Taxes)
i(M)port van goederen (M van MEER SPULLEN NU!!!)

Tegenovegestelde is “injecties”:
Investeringen (I van investeringen)
Overheidsuitgaves (G van graaiers)
Export (E van Export)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is W?

A

Lekken.
(W)ithdrawals.

(S)paren, (T)axes, i(M)port.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is J?

A

In(J)ections.

(I)nvesteringen, overheidsuit(G)aven, (E)xport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de Nationale Rekeningen?

A

Boekhoudkundige beschrijving van de economische kringloop.
Dus je trekt dingen van elkaar af om het nettosaldo te bepalden.
Bijvoorbeeld: S - I = spaarsaldo gezinnen en bedrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is BBP?

A
Bruto binnenlands product.
Totale waarde van wat er door een economie binnen een bepaalde periode wordt geproduceerd.
Kan op drie manieren berekend worden.
1- toegevoegde waarde
2- inkomens
3- bestedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly