Leereenheid 1 - Produceren Flashcards
Wat zijn kapitaalmiddelen? Hoe noemen we dit ook wel? Welke soorten kapitaalmiddelen zijn er?
Kapitaalmiddelen zijn hetzelfde als activa. Het zijn zaken die nodig zijn om te kunnen produceren. Je hebt vaste en vlottende kapitaalmiddelen. Samen vormen ze de productiefactor kapitaal.
Welke productiefactoren zijn er? Zijn ze vast of variabel? Waar hangt dit vanaf?
Kapitaal (zowel vast als variabel) en arbeid (variabel). Op de lange termijn zijn alle productiefactoren variabel.
Wat is de kortetermijnproductiefunctie?
Het verband tussen aantal werknemers (L, van labor) en de totale productie (Q, van quantity). Wanneer L omhoog gaat, gaat Q ook omhoog - tot een zeker punt.
Wat is arbeidsverdeling?
Het opsplitsen van taken in deeltaken om zo de efficiëntie te verhogen.
Wat is de formule voor gemiddelde arbeidsproductiviteit? Wat geeft dit aan?
Totale productie (Q) / Aantal werknemers (L). Het geeft de gemiddelde productie per werknemer aan.
Wat is de marginale arbeidsproductiviteit? Welke formule gebruiken we hiervoor?
Delta productie (Q) / Delta aantal werknemers (L). Het geeft aan met hoeveel de productie omhoog gaat bij het aanstellen van een bepaald aantal medewerkers.
Wat is de wet van de toenemende en afnemende fysieke meeropbrengst? Wat voor een soort wet is dit? Welke limiterende factor komt hierbij kijken?
Het gaat hier om een ervaringsregel. De wet houdt in, dat wanneer je de vaste productiefactoren gelijk houdt en de variabele productiefactoren opschroeft, de productiviteit eerst zal toenemen en dan zal dalen.
Omdat we het hebben over vaste productiefactoren, gaat het over een korte termijn. De limiterende factor is dus tijd. Want op de lange termijn zijn alle productiefactoren variabel.
Wat is de totalekostenfunctie?
Het verband tussen de totale kosten, en de productieomvang van een bepaalde periode. Dus hoeveel kost het om een bepaald aantal producten te maken?
Wat zijn vaste kosten? En een paar voorbeelden?
Kosten die gelijk blijven ongeacht hoeveel er geproduceerd wordt. Dus huur, afschrijvingskosten, rente, etc.
Wat zijn variabele kosten? En een paar voorbeelden?
Kosten die veranderen (omhoog of omlaag) naar gelang er meer of minder geproduceerd wordt. Dus grondstoffen, loonskosten, transportkosten, milieuheffingen, etc. Op de lange termijn zijn alle kosten variabel, omdat de productiecapaciteit kan veranderen.
Waaruit bestaan de totale kosten? Wat is de formule? Hoe verloopt deze functie?
Totale kosten (TK) = Totale constante kosten (TCK) - Totale variabele kosten (TVK). De functie heeft een stijgend verloop.
Wat is GTK? Wat is de formule?
Gemiddelde totale kosten. GCK + GVK.
Wat is GCK? Wat is de formule?
Gemiddelde constante kosten. TCK / Q.
Wat is GVK? Wat is de formule?
Gemiddelde vaste kosten. TVK / Q.
Wat is de minimale efficiënte schaal?
De kleinste productie (kleinst aantal producten) waarbij je nog de laagste gemiddelde kosten hebt. Bij een hogere productie zullen de kosten per product omhoog gaan en zal je schaalnadelen hebben.