Leereenheid 3 - Aanbod op de markt Flashcards
Wat is de evenwichtsprijs?
De prijs van een product waarbij de hoeveelheid die consumenten willen kopen, gelijk is aan de hoeveelheid die producenten willen verkopen.
Hoe bepaal je grafisch welke productieomvang voor de winstmaximaliserende producent optimaal is?
waar de marginale kostencurve en de marginale opbrengstcurve elkaar snijden.
Die hoeveelheid producten is het optimale aantal.
Welke factoren bepalen de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid van een goed?
Wat is de invloed van iedere factor is op de gevraagde en aangeboden hoeveelheid?
Invloed: Verschuiving van de van de vraagcurve of de aanbodcurve.
Wat is een aanbodcurve? Hoe verloopt die?
Het verband tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid. Dit is hetzelfde als de marginale kostenfunctie.
Want hoe hoger de opbrengst per product (en dus hoe hoger de marktprijs) hoe hoger de marginale opbrengst.
Van linksonder naar rechtsboven. Prijs op verticale as. Hoeveelheid op horizontale as.
Wat is de prijselasticiteit van de aangeboden hoeveelheid?
E = vraag % / prijs %.
Wanneer het tussen 1 en 0 ligt is het inelastisch.
Welke factoren bepalen de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid van een goed?
Wat is de invloed van iedere factor is op de gevraagde en aangeboden hoeveelheid?
- Prijzen van productiefactoren: Goedkoper = lagere marginale kosten = grotere productie.
- Stand van de techniek: technologische verbetering waardoor tegen lagere kosten meer geproduceerd zou kunnen worden
- Aantal producenten: Meer aanbod bij meer producenten.
- Doelstellingen van producenten: Misschien anders dan winstmaximalisatie. Zoals marktaandeel. Of nonprofit.
Invloed: Verschuiving van de van de vraagcurve of de aanbodcurve.
Wanneer treedt er een verschuiving VAN de aanbodcurve op?
Als er zaken buiten de prijs om veranderen, verschuift de aanbodcurve zelf. Dus dingen die we misschien eerst als constant zagen.
Dus productiemiddelen goedkoper, technologische verbeteringen, andere doelstellingen van een onderneming, of meer producenten.
Welke marktvormen zijn er?
Je maakt ten eerste onderscheid tussen:
- Aard van de producten (homogeen/heterogeen)
- Aantal aanbieders (veel/weinig/één)
Homogeen / Heterogeen
Polypolie / Oligopolie / Monopolie
Hoe ontstaan monopolies?
- Juridische factoren: Overname productie door overheid, of exclusieve vergunning, etc. DNB bijvoorbeeld.
- Technische factoren: een unieke productiefactor. Of een technologische voorsprong (zoals in pharma).
- Economische factoren: Kan tegen zeer lage kosten produceren. Toetreding van concurrenten is moeilijk.
Wat zijn de kenmerken van een markt met volkomen concurrentie? Volledige mededinging?
Veel vragers en aanbieders, homogene producten.
Doorzichtige markt: info is beschikbaar en toegankelijk.
Vrije toe- en uittreding: Kost weinig moeite en geld om ermee te starten en stoppen.
Geen geografische verschillen of voorkeuren voor bepaalde aanbieders: Het maakt de kopers eigenlijk niet uit wie de aanbieder is.
Hoe reageren prijzen op overschotten of tekorten op een markt en hoe die uiteindelijk leiden tot een marktevenwicht?
Overschot = Aanbod hoger dan vraag, prijs gaat naar beneden om meer te verkopen, totdat de het aanbodoverschot is weggewerkt en de prijs niet meer hoeft te dalen. Tekort = Vraag is hoger dan aanbod, marktprijs gaat omhoog tot de gevraagde hoeveelheid overeenkomt met de aangeboden hoeveelheid.
Wat is het markt- of prijsmechanisme?
Het stijgen van de marktprijs bij een vraagoverschot en het dalen van de marktprijs bij een aanbodoverschot.
Dit brengt vraag en aanbod weer in evenwicht.
De marktprijs moet ongehinderd kunnen stijgen en dalen.
Wat is de varkensscyclus?
Varkenscyclus is het verschijnsel in de economie dat overschotten en tekorten van een bepaald product elkaar afwisselen, doordat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt op het aanbod, is de prijs alweer omgeslagen.
Cyclus van laag aanbod, hoge prijs -> hoog aanbod, lage prijs. Wanneer vraag en aanbod met verschillend tempo reageren heeft dit effecten.
Bindende afspraken kunnen dit voorkomen. Heeft te maken met de machtspositie van klant vs. verkoper.
Noem vijf criteria waaraan een marktvorm moet voldoen, wil er sprake zijn van volkomen concurrentie.
- veel vragers en aanbieders
- homogene producten
- de markt is doorzichtig
- vrije toe- en uittreding
- geen geografische verschillen en voorkeuren