Leerdoel 1: Visie Harkness & Super Flashcards

1
Q

Wat kijkt het antropologisch perspectief naar?

A

De relatie tussen de culturele omgeving en het gedrag van het kind. Het kijkt van buitenaf naar de invloed van cultuur op het eindproduct als volwassene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zegt de ontwikkelingspsychologie?

A

Kinderen ontwikkelen zich via vaststaande stadia van ontwikkeling. Er is niet één culturele omgeving, maar meerdere omgevingen. Het kind en de omgeving passen zich gedurende de levensduur aan elkaar aan. Kijkt niet naar cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de developmental niche?

A

Een kruising tussen het antropologisch perspectief en de ontwikkelingspsychologie. Het is een kader voor het bestuderen van de effecten van cultuur op de opvoeding van het kind in interactie met de algemene ontwikkelingsstadia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 subsystemen zijn er?

A

1) De fysieke en sociale settingen waarin het kind leeft, 2) Cultureel gereguleerde gewoontes in de opvoeding en opvoedingspraktijken,
3) De psychologie van de ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt bedoeld met het subsysteem ‘fysieke en sociale settingen? en hoe beïnvloed dit het kind?

A

De omgeving (mensen en materialen) van het kind. Dit beïnvloed de mogelijkheden van het kind om bepaald gedrag/domeinen te ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem een voorbeeld van de fysieke en sociale settingen.

A

In Kenia slapen de baby’s bij hun moeders en worden ze gedurende de dag nooit alleen gelaten. In Amerika slapen baby’s in hun eigen bed in een eigen kamer en gedurende de dag ook in aparte en stille kamers. De dagelijkse routine en fysieke setting was dus anders. Als gevolg slapen baby’s in Kenia minder, bleven langer wakker en worden elke paar uur in de nacht nog wakker terwijl Amerikaanse baby’s doorslapen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoeld met het subsysteem ‘cultureel gereguleerde gewoontes in de opvoeding en opvoedingspraktijken’ en hoe beïnvloedt dit het kind?

A

De culturele aanpassingen in opvoeding, deze hebben invloed op de fysieke settingen van het kind. Opvoeders passen hun opvoedingspraktijken aan de culturele setting (samenleving) waarin zij leven. Dit gedrag is in hun samenleving zo normaal, dat hier niet bewust als individu over nagedacht wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem een voorbeeld van de cultureel gereguleerde gewoontes in de opvoeding en opvoedingspraktijken.

A

In Kenia worden kleine kinderen met een sjaal of ander kledingstuk gedragen op de rug van de moeder om de baby te kalmeren en uit de problemen te houden. Dit heeft gevolgen voor de visuele ontwikkeling van het kind, de sociale interacties en lichamelijke beweging. Deze kinderen kruipen, lopen en zitten later dan Amerikaanse baby’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met het subsysteem ‘De psychologie van de ouders’ en hoe beïnvloedt dit het kind?

A

Dat is wat ouders denken over de opvoedingspraktijken. Het bevat Etnotheorieën, dit zijn de overtuigingen over de behoeften van kinderen, opvoedingsdoelen van de ouders en de gemeenschap en wat effectieve opvoedingstechnieken zijn. Dit heeft dus invloed op de verwachtingen voor ontwikkeling van capaciteiten, de opvoedingsdoelen en technieken die ouders gebruiken voor het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem een voorbeeld van het subsysteem ‘de psychologie van de ouders’.

A

In Kenia dachten moeders dat kinderen leren praten door interactie met elkaar, in plaats van door te praten met de moeder. Daarom hadden sommige moeders geen verbale interacties met hun kinderen en als ze dat deden, waren het bevelen. Dit laat ook zien dat de doelen voor taalsocialisatie van deze moeder vooral gehoorzaamheid en verantwoordelijkheid zijn, in plaats van verbale expressieve individualiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 gevolgen van de developmental niche zijn er?

A
  1. Homeostase
  2. De niche als open en enigszins gesloten systeem.
  3. Het organisme en de developmental niche zijn wederzijds aan elkaar aangepast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het gevolg ‘De niche werkt als homeostase’ in? Geef een voorbeeld

A

Dat betekent dat de drie componenten van de niche werken al een systeem met homeostatische mechanismen die evenwicht bevorderen, ze schikken zich allemaal naar dezelfde socialisatie. Bijvoorbeeld:

  • In Kenia denken ze dat het belangrijk is voor de socialisatie van kinderen, dat het een broertje of zusje krijgt (psychologie ouders)
  • Het is ‘normaal’ in de samenleving dat het kind dat niet meer de jongste is, voortaan niet meer bij moeder in bed slaapt, maar bij broertjes/zusjes en dat hij ook taken gaat krijgen in het huishouden. (Cultureel gereguleerde gewoontes en opvoedingspraktijken)
  • Dit gebeurd dus uiteindelijk, dus zorgt voor veranderingen in de sociale en fysieke settingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houdt het gevolg in ‘De niche als open en enigszins gesloten systeem in?’ Noem een voorbeeld.

A

Als er een verandering optreedt in één subsysteem, is de eerste culturele reactie vrij conservatief: het wil zo veel mogelijk de cultuur behouden zoals het is (gesloten systeem, wil veranderingen tegenhouden). Maar uiteindelijk groeien de gevolgen zo erg, dat de andere subsystemen zich wel moeten aanpassen (open systeem) en dan komt de niche weer in evenwicht (homeostase). Een voorbeeld is, dat er gratis gesponsorde scholen kwamen in Kokwet. De overtuigingen van de ouders over ouder-kind relaties zijn veranderd door de lessen van de kerken, ouders begonnen het belang van onderwijs in de te zien. In plaats van klusjes en huishoudelijke taken, moesten kinderen voortaan huiswerk doen en voorbereiden voor examens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat houdt het gevolg ‘het organisme en de developmental niche zijn wederzijds aan elkaar aangepast’ in? Noem een voorbeeld.

A

Het houdt in, dat het organisme zich niet alleen aanpast aan de niche, maar dat de niche zich ook aanpast aan het kind (temperament, leeftijd etc.). Dit verschilt ook per cultuur. Zo is het in Amerika moeilijk voor ouders als het kind moeilijkheden heeft met slaapgewoonten, omdat zij waarden van autonomie en onafhankelijkheid belangrijk vinden. In Kenia is geen vast schema, dus daar zou dat niet zo’n probleem zijn. Daar zou de niche juist moeite hebben met een baby die het niet fijn zou vinden om op de rug gedragen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Conclusie leerdoel: Wat is de developmental niche van Harkness en Super?

A

Het is een visie over de invloed van de cultuur op de ontwikkeling van het kind. Het bestaat uit 3 subsystemen: de fysieke en sociale setting, de cultureel gereguleerde gewoontes in opvoeding en opvoedingspraktijken en de psychologie van de ouders. Deze subsystemen zullen altijd streven naar een evenwicht. Als er een verandering komt in één subsysteem, zullen de andere systemen eerst weerstand bieden tegen verandering omdat ze zo veel mogelijk cultuur willen behouden, maar uiteindelijk passen ze zich toch aan omdat het moet door alle veranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly