Lecture 8 (Correlation and regression analysis pt. 2) Flashcards

1
Q

Eigenschappen lineaire regressie

A
  1. Biedt een vereenvoudigd model van de werkelijkheid
  2. Correlatie betekent niet dat er een causaal effect is, een regressie analyse kan enkel correlatie aanduiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geeft aan hoeveel variatie er totaal bestaat in de te verklaren afhankelijke variabele

A

Total Sum of Squares (TSS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geeft aan hoeveel variatie er onverklaard blijft na het toevoegen van de onafhankelijke variabele

A

Sum of Squared Errors (SSE)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel variatie in de afhankelijke variabele is verklaard door het toevoegen van de onafhankelijke variabele

A

Regression Sum of Squares (RSS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Representativiteit (aanname regressie-analyse)

A

De analyses zijn gebaseerd op een aselecte steekproef (cruciaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functionele vorm (aanname regressie-analyse)

A

De samenhang tussen x en y is lineair (cruciaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Homoscedasticiteit (aanname regressie-analyse)

A

De conditionele variatie rondom de schatter is gelijk voor alle x (anders, gebruik andere schattingsmethode)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Normale verdeling (aanname regressie-analyse)

A

De conditionele verdeling van y voor alle x is normaal (gebruik anders grotere steekproef om CLT te bereiken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Extrapolaren

A

Dit refereert naar het trekken van conclusies op basis van je regressieanalyse over data die zich niet bevond in jouw steekproef. Dit is gevaarlijk aangezien je hierdoor onrealistische waarden kunt krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omgaan met uitbijters

A

Een uitbijter kan resultaten sterk beïnvloeden. Je kunt ze laten zitten in enorme steekproeven, anders kun je een analyse met of zonder uitbijters runnen om te kijken hoeveel invloed ze op je resultaten hebben. Op basis daarvan kun je ze wel/niet verwijderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly