Lecture 5 (Testing pt. 2, Comparing groups pt. 1) Flashcards
Je toetst eenzijdig als…
De hypothesen directioneel zijn
Je toetst tweezijdig als…
De hypothesen non-directioneel zijn. Tweezijdig toetsen heeft eigenlijk altijd voorkeur.
Hypothesen eenzijdig links
H0: μ = μ0 Ha: μ < μ0
Hypothesen tweezijdig
H0: μ = μ0 Ha: μ ≠ μ0
Hypothesen eenzijdig rechts
H0: μ = μ0 Ha: μ > μ0
Type-I fout
Onterecht de nul hypothese verwerpen, dit is een toevalstreffer (het gevonden effect was dus toevallig, en wel veroorzaakt door kans)
Type-II fout
Het onterecht niet verwerpen van de nul hypothese. In dit geval bestaat er wel een effect in de populatie, maar heb je dit niet gevonden wegens onvoldoende statistisch onderscheidend vermogen (power).
Je kiest je kans op een Type-I fout door middel van…
Het betrouwbaarheidsniveau
Een Type-I fout wordt ook wel een … genoemd
False positive
Een Type-II fout wordt ook wel een … genoemd
False negative
3 dingen die de kans op een Type-II fout bepalen
- Omvang van de daadwerkelijke relatie/het verschil
- De gekozen steekproefomvang
- Variatie (spreiding)
Hoe kleiner je gekozen Type-I fout….
…hoe groter de verkregen Type-II fout (door het betrouwbaarheidsinterval te vergroten, verlaag je statistische power - er moet nu nóg meer bewijs gevonden worden om H0 te verwerpen)
3 Manieren om de power van je steekproef zo hoog mogelijk te maken
- Grote steekproef
- Voldoende intensiteit van interventie (manipulatie moet groot genoeg zijn om een effect te kunnen meten)
- Weinig variatie in de uitkomsten van steekproefdeelnemers.=