Lecture 6: Stress en mentale gezondheid Flashcards

1
Q

Welke factoren behoren tot de weegschaal van balans/disbalans?

A
  1. Stress
  2. Coping & verdedigingsmechanismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie factoren spelen een rol bij de ervaring van stress?

A
  1. Mate van voorspelbaarheid
  2. Controle (geloven dat je controle hebt)
  3. Verslechteren/verbeteren (perceptie of echt)

→ Het hangt ervan af welke perceptie krachtiger is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Helpen voorspelbaarheid en controle bij het verminderen van stress?

A

Alleen als de informatie die we krijgen bruikbaar is:
1. Op tijd
2. Informatief
3. Accuraat

En alleen als perceptie van controle passend is:
→ Interne locus van controle (b.v. “het is mijn eigen fout/verantwoordelijkheid”) = hogere stressreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aangeleerde hulpeloosheid

A

→ Over-generaliseren van verlies van voorspelbaarheid en controle: “Je kunt nooit iets doen!”
→ Verhoogde glucocorticoïden niveaus, lage noradrenaline niveaus
→ Treedt relatief snel op na blootstelling aan onvoorspelbare/oncontroleerbare stressoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke lichamelijke symptomen horen bij depressie?

A

→ Afgenomen/toegenomen slaap
→ Verlies/toename eetlust
→ Verhoogde niveaus van glucocorticoïden
→ Aangetast geheugen (hippocampus = kleiner)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was Freuds kijk op depressie?

A

Rouw en melancholie
→ “Agressie naar binnen gekeerd”
→ Behandeling: cocaïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn drie mogelijke mechanismen bij depressie?

A
  1. Chronische activatie sympathische zenuwstelsel → vermoeidheid, depressie
  2. Chronische onder-activatie stress respons → moeite mobiliseren energie → vermoeidheid → depressie
  3. Negatieve effecten van glucocorticoïden op dopamine en serotonine niveaus → depressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Anhedonie

A

Het onvermogen op plezier te ervaren/voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet bruin vetweefsel (BAT)?

A

Reguleert de lichaamstemperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe zou bruin vetweefsel (BAT) betrokken kunnen zijn bij depressie?

A

Snelle temperatuursveranderingen veroorzaken metabole activatie van BAT → verhoogt sensitiviteit tot BAT, waardoor het overactief wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn symptomen van overactief bruin vetweefsel (BAT)?

A

→ Melancholie
→ Verlies eetlust en gewichtsverlies
→ Slapeloosheid
→ Anhedonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe zouden glucocorticoïden kunnen bijdragen aan depressie?

A
  1. Onderdrukken immuunsysteem
  2. Verhoogt risico op ziekte
  3. Atrofie in hippocampus
  4. Verlaagd volume in frontale cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe zou stress bij kunnen dragen aan mentale ziekten?

A

Stress brengt schade toe aan de prefrontale cortex
→ Verlies doordacht redeneren en handelen
→ Toename emotionele reacties
→ Verslechterd geheugen
→ Verslechterde besluitvorming (amygdala)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zou stress kunnen bijdragen aan angststoornissen?

A

Langdurige activering van stress respons als gevolg van externe stressoren
→ Niet de stressor op zich is de oorzaak, maar de perceptie van de stressor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn mogelijke mechanismen voor PTSD?

A

→ Hypersensitieve, hyperactieve en hyperresponsieve HPA-as (?)
→ A priori lage cortisol secretie (?)
→ Chronisch lage serotonine niveaus (angst, depressie symptomen) (?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar is cortisol voor nodig?

A

Om homeostase te herstellen na een stressvolle gebeurtenis

17
Q

Waarvoor is een kleinere amygdala een risicofactor?

A

PTSD

18
Q

Wat is een mogelijk mechanisme dat betrokken is bij anorexia?

A

Stressor → toename CRH → anorectische actie

19
Q

Waarbij is CRH betrokken als het gaat om eten?

A

Regulatie van eetgedrag

20
Q

Wat zijn mogelijke mechanismen die betrokken zijn bij bulimia nervosa?

A
  1. Bingen als coping mechanisme
    → B.v. bij chronisch verhoogde stress niveaus
  2. Stress → verhoogde cortisol → honger
21
Q

Met welke twee dingen is een hogere stress respons geassocieerd als het gaat om persoonlijkheid?

A
  1. Mismatch tussen de omvang van de stressor en de stressreactie
  2. Ineffectief gebruik van copingmiddelen
22
Q

Type D persoonlijkheid

A

Negatieve affectiviteit + sociale inhibitie
→ Geassocieerd met hartziekten
→ Geassocieerd met toegenomen mortaliteit bij hartpatiënten

23
Q

Welke twee factoren dragen bij aan toegenomen kwetsbaarheid voor schade?

A

Afgenomen vermogen tot zelfregulatie en afgenomen vermogen om gepast te reageren op omgevingsveranderingen of stressoren