LE 8 Memory Management Strategies Flashcards
Address space
Een verzameling adresseerbare geheugenplaatsen.
Address binding
Het koppelen van logische (virtuele) aan fysiek adressen.
Associative register of translation look-aside buffer (TLB)
Associatief register. Speciaal hardwareonderdeel dat van recent in frames geplaatste procespagina’s de paginanummer-framenummercombinaties bevat. De buffer werkt als een simultane comparator en zal als een erin voorkomend paginanummer wordt aangeboden, het bijbehorende framenummer zeer snel leveren (aanzienlijk sneller dan de toegangstijd tot het geheugen).
Backing store
Dat deel van het achtergrondgeheugen dat gebruikt wordt voor het swappen van processen.
Compaction
Een actie van het besturingssysteem waarbij geheugenpartities verschoven worden zodat bestaande gaten opgevuld worden en externe fragmentatie verdwijnt.
Dynamic loading
Het pas laden van een routine als die routine voor het eerst aangeroepen wordt tijdens de uitvoering van een proces.
Dynamic linking
Het linken van een bibliotheekroutine als die routine pas echt nodig blijkt te zijn tijdens de uitvoering van een proces.
Effective memory access time
Gemiddelde tijd nodig om bij een gegeven logisch geheugenadres het bijbehorende fysieke adres te benaderen.
External fragmentation
Kleine, vrijwel niet opvulbare, gaten tussen aan processen toegewezen geheugenpartities of in het algemeen tussen geheugensegmenten van variabele grootte.
First, best and worst fit strategy
Strategieën voor het aan processen toewijzen van ruimtes in het geheugen.
Frame
Een deel van het fysieke geheugen ter grootte van een pagina.
Frame table
Feitelijk dezelfde tabel als de geïnverteerde paginatabel. Tabel met als index het framenummer, die per frame aangeeft of het frame beschikbaar is, dan wel welke pagina van welk proces er in dat frame staat.
Internal fragmentation
Het feit dat aan een proces toegewezen geheugenpagina’s, vooral de laatste, niet volledig gebruikt worden.
Inverted page table
Alternatieve tabel voor page tables waarvan de opzet in feit overeenkomt met de frame table. Tabel met als index het framenummer en met als inhoud welke pagina van welk proces er in dat frame is opgeslagen, dan wel de indicatie dat dat frame niet gebruikt wordt.
Limit register
Begrenzingsregister. Register met als inhoud de geheugenomvang van het actieve segment of de actieve geheugenpartitie.
Logical (virtual) address
Een adres dat door de CPU gegenereerd wordt aan de hand van de programmacode.
Memory management unit
De eenheid (hardware, software, of gecombineerd) die een logisch adres omzet in een fysiek adres.
Page
Pagina. Een deel van de adresruimte van een proces met een vaste, afgesproken standaardgrootte.
Page number
Index van een bepaalde pagina bepaald door de positie in de adresruimte; deze index is zichtbaar als het meest significante deel van het logische geheugenadres.
Page offset
Adres van een locatie binnen een pagina of frame dit adres is zichtbaar als het minst significante deel van een logisch of fysiek geheugenadres.
Page table
Tabel van de programmapagina’s met als index het paginanummer; op elke fabelregel in die tabel staat een verwijzing naar het geheugenframe oor zover die pagina in het fysieke geheugen is opgeslagen.
Page table base register
Register met als inhoud het beginadres van de paginatabel van het actieve proces.
Page table length register
Een register met als inhoud het aantal pagina’s van de paginatabel van het actieve proces.
Paging
Het opdelen van een programma in pagina’s van standaardgrootte en het plaatsen van die pagina’s in even grote fysieke geheugendelen (frames).
Physical address
Een adres zoals dat uiteindelijk aangeboden wordt aan het echte, het fysieke geheugen.
Reentrant code
Code die door het proces zelf niet gewijzigd zal worden. Code kan door meerdere processen gedeeld worden; elk proces heeft wel strikt zij eigen (dus lokale) data.
Relocation register
Een register met als inhoud het fysieke basisadres van een actieve geheugenpartitie of een segment. Dit adres correspondeert met het logische beginadres (adres 0) van die partitie of dat segment.
Roll in / roll out
Variant van swapping waarbij een proces ten gunste van een ander proces eerst in zijn geheel naar de backing store verplaatst en later weer teruggeplaatst wordt.
Segment base
Het fysieke beginadres van een bepaald segment.
Segment limit
Omvang in aantal geheugenplaatsen van een bepaald segment.
Segment table
De tabel met als index het segmentnummer, die per segment het beginadres (segment base) en de omvang van het segment (segment limit) aangeeft.
Segment table base register
Basisregister van de segmenttabel. Register met als inhoud het beginadres van de segmenttabel van het actieve proces.
Swapping
Het uit het geheugen en in het achtergrondgeheugen plaatsen van (delen van) een op dat moment uit het geheugen te verwijderen proces en het vervolgens vanuit het achtergrondgeheugen plaatsen van een ander proces op de vrijgekomen geheugenruimte.
TLB hit ratio
Het quotiënt van het aantal keren dat een paginanummer in de associatieve registers (translation look-aside buffer) wordt gevonden en het totaal aantal keren dat deze registers worden geraadpleegd.
Valid-invalid bit
Een in elke regel van de paginatabel opgenomen bit die aangeeft of een pagina wel/niet bestaat, dan wel wel/niet in een frame is opgenomen.