LE 10 File and directory organisation Flashcards
Absolute path name
Verwijzing naar een file in een gelaagde directorystructuur: filenaam voorafgegaan door de partitie-indicatie en alle bovenliggende directories, beginnend met de root directory. Binnen een boomstructuur is de absolute pandaam voor elke in een directory voorkomende fileverwijzing uniek.
Active directory
Even eigen implementatie door Microsoft van de directoryservice LDAP, in combinatie met onder andere DNS. Beschikbaar vanaf Windows 2000.
Current directory
De directory die als startpunt dien bij relatieve verwijzing.
Device directory / Partition directory
De inhoudsopgave (files en directories) van een logische partitie.
Directe filetoegang
Bij deze toegang kan elk fileblok van een file direct benaderd worden.
DNS
Domain name system. Het systeem dat de (computer)namen op het World Wide Web koppelt aan unieke numerieke addresses (IP-addressen) en omgekeerd.
File
Bij elkaar horende data, opgeslagen onder een bepaalde naam op een achtergrondgeheugen.
File allocation table (FAT)
Bij een partitie horende tabel met voor elk schijfblok een doorverwijzing naar het volgende schijfblok van die file of een eindmarkering.
File descriptor / file handle / file control block
Referentie van een in de open-filetabel opgenomen file, vaak een tijdelijk nummer.
File system
De organisatie van files en directories op de achtergrondgeheugens van het systeem.
File type
Geeft het type en daarmee de structuur van een file aan; wordt vaak aangegeven door een extensie op de filenaam.
File-extension
Uitbreiding van een filenaam; geeft het filetype aan en daarmee vaak het (soort) programma waarmee de file te hanteren is.
File-position pointer
Wijzer die bij lezen/schrijven de lees-/schrijfpositie binnen de file aangeeft.
Free-behind
Principe om, zodra een blok ingelezen is, dit uit de buffer te verwijderen, aangezien het onwaarschijnlijk is dat het spoedig weer gebruikt zal worden.
Free space list
Lijst van beschikbare, niet gebruikte of vrijgegeven blokken op de schijf.
FTP - file transfer protocol
Een protocol dat het uitwisselen van files tussen computers vergemakkelijkt. Het standaardiseert de acties, zodat de overdracht ook tussen verschillende besturingssystemen mogelijk is.
Full backup
Het maken van een kopie van alle files.
Hash function
Een functie die een naam transformeert naar een getal.
Hash table
In het geval van een directory: een table van files met als index het hashgetal gebaseerd op de filenaam en als inhoud de plaats van die file in een lineaire directorylijst.
Incremental backup
Het maken van een kopie van alleen sinds een bepaalde datum gewijzigde files.
LDAP (Lightweight directory access protocol)
Dit is een netwerkprotocol dat beschrijft hoe een directoryservice benaderd moet worden. een directoryservice is een dienst (één of meerdere toepassingen) die het mogelijk maakt om toegang te krijgen tot hiërarchisch georganiseerde gegevens die eventueel verspreid zijn opgeslagen in een computernetwerk.
NFS
Network file system. Een protocol dat het mogelijk maakt dat een client computer via een netwerk toegang krijgt tot data. Ontwikkeld door SUN Microsystems.
NIS
Network information service. Een door SUN Microsystems ontwikkeld en veelgebruikt client/server protocol voor directory services, onder andere voor het distribueren van bijvoorbeeld user en host names over een netwerk tussen computers.
Open-file table
Tabel met informatie over alle op een zeker moment geopende files.
Partition
Virtuele schijf / partitie / volume /minidisk. Een eenheid binnen de logische gegevensstructuur; kan overeen komen met, of groter dan wel kleiner zijn dan het onderliggende fysieke geheugenmedium.
Read-ahead
Principe om ook de volgende blokken op een hetzelfde spoor in te lezen bij de opdracht om een bepaald blok te lezen.
Relative path name
Filenaam voorafgegaan door alle voorafgaande directories vanaf de current directory.
Sequentiële filetoegang
Bij deze toegang kan een file alleen benaderd worden in de gegeven blokvolgorde, dus beginnend met het eerste blok.