LE 11 I/O systems Flashcards

1
Q

Asynchronous I/O

A

I/O waarbij het proces na het afgeven van een I/O system call verder kan gaan met executie, terwijl de I/O-opdracht separaat wordt afgehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Block device

A

Blokgeoriënteerd randapparaat. Dataoverdracht gaat per blok.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Blocking I/O

A

I/O waarbij proces na afgeven van I/O system call in de wachtrij komt en daar blijft tot de gevraagde I/O is afgehandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Buffer

A

Geheugenfaciliteit bedoeld voor tijdelijke opslag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bus

A

Een uit meerdere lijnen bestaande elektrische verbinding tussen systeemcomponenten (bijvoorbeeld de processor of het geheugen) en/of meerdere randapparaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Busy-waiting

A

De processor is bezig met het pollen van een randapparaat; die processor is wel bezig, maar doet feitelijk niets anders dan wachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cache

A

Tijdelijke, sneller toegankelijke, opslag van data die ook elders opgeslagen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Character-stream device

A

Karaktergeoriënteerd randapparaat. Dataoverdracht gaat per byte/woord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Command register

A

Controleregister. Randapparaatregister waarin het besturingssysteem opdrachten voor het randapparaat kan schrijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Controller

A

Elektronische schakeling die een randapparaat, een poort of een bus aanstuurt en waarmee het besturingssysteem communiceert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Copy semantics

A

De bedoeling van een op een bepaald moment gegeven kopieeropdracht is het kopiëren van de file in de toestand van dat moment.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cycle stealing

A

Geheugencycli die de processor niet kan benutten omdat het geheugen door DMA onbereikbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Daisy chain

A

Verbindingsbus tussen randapparaten die een reeks gelijksoortige randapparaten op de systeembus aansluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Data register

A

Randapparaatregister voor het transport van data.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Data-in register

A

Randapparaatregister voor gegevens die naar de processor (en dus uit het randapparaat) gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Data-out register

A

Randapparaatregister voor gegevens die van de processor komen (en dus naar het randapparaat) gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Device driver

A

Een in de besturingssysteemkernel voor de aansturing van een bepaald randapparaat opgenomen softwaremodule.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

DMA (direct memory access)

A

Techniek waardoor data zonder tussenkomst van de processor tussen het geheugen en een randapparaat verplaatst kunnen worden; terwijl dat plaatsvindt, heeft de processor geen of verminderde toegang tot het geheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Double buffering

A

Dubbele buffers. Dataoverdracht met twee buffers. Voordeel: de ene buffer kan geleegd worden, terwijl de andere gevuld wordt.

20
Q

Exception

A

Situatie die ontstaan als de processor een instructie niet kan verwerken; zo’n situatie wordt verwerkt als een interrupt.

21
Q

Front-end processor (I/O channel)

A

Aparate processor die I/O met andere systemen afhandelt om zo de centrale processor te ontlasten.

22
Q

Handshaking

A

Protocol voor communicatie om gegevensoverdracht tussen twee apparaten mogelijk te maken.

23
Q

Host adapter

A

Een complexe controller van een randapparaat.

24
Q

I/O-devices

A

Randapparaten.

25
Q

I/O-mapped I/O

A

Aansturing van I/O waarbij controleregisters worden aangestuurd als een I/O-poort. Daarbij zijn aparte lijnen nodig om aan te geven of een bepaald adres een I/O-adres dan wel een adres in het geheugen is.

26
Q

I/O-operations

A

Input/Output opdrachten.

27
Q

I/O-subsystem

A

Het onderdeel van het besturingssysteem dat de I/O opdrachten uitvoert.

28
Q

Interrupt

A

Signaal van een controller (van een randapparaat) dat het besturingssysteem verzoekt om directe afhandeling van een verzoek.

29
Q

Interrupt controller

A

Een interrupts afhandelende controller; interrupts gaan dan niet meer direct naar de processor.

30
Q

Interrupt handler

A

Interruptafhandelende routine.

31
Q

Interrupt request line

A

Verbinding van randapparaat naar processor waarop interrupts geplaatst worden.

32
Q

Interrupt-vectortabel

A

Besturingssysteemtabel met per ingang een adres, de interrupt vector, van een routine die een bepaalde type interrupt afhandelt; elk type interrupt heeft een offsetwaarde die naar de bijbehorende tabelregel verwijst.

33
Q

Maskable interrupt

A

Maskeerbare interrupt. Op een speciale lijn binnenkomende interrupts die het besturingssysteem tijdelijk kan onderdrukken.

34
Q

Memory-mapped file access

A

Files worden benaderd alsof ze in het geheugen staan; het systeem zorgt voor het transport van/naar schijf.

35
Q

Memory-mapped I/O

A

Aansturing van I/O waarbij controleregisters worden aangestuurd als een regulier geheugenadres.

36
Q

Polling

A

Methode waarbij cyclisch getest wordt of een bepaalde conditie vervuld is, bijvoorbeeld aan de hand van het statusregister van een apparaat.

37
Q

Port

A

Poort. Aansluitpunt van een randapparaat op een computersysteem.

38
Q

Programmable interval timer

A

Schakeling die na een in te stellen tijd een interrupt geeft.

39
Q

Programmed I/O (PIO)

A

Methode waarbij I/O in één of meerder stappen plaatsvindt; het aantal bits dat per stap getransporteerd wordt is even groot als het aantal bits van het randapparaatregister.

40
Q

Software interrupt

A

Een system call of exception.

41
Q

Spool

A

Buffer waarin complete files bestemd voor een dedicated randapparaat worden opgeslagen, bijvoorbeeld een printerqueue.

42
Q

Statusregister

A

Randapparaatregister waarin het randapparaat zijn actuele status aangeeft; het besturingssysteem kan dat register lezen.

43
Q

System call

A

Gespecificeerd verzoek van een proces aan het besturingssysteem om een besturingssysteemservice uit te voeren; de afhandeling van een system call is vergelijkbaar met die van een randappaartinterrupt.

44
Q

Trap (trap instruction)

A

Zie software interrupt.

45
Q

USB

A

Universal Serial Bus. Een gestandaardiseerd bussysteem (USB1, USB2 of USB3) waarmee externe USB-apparatuur, zoals een muis, toetsenbord, harde schijf, dvd-eenheid, printer, camera enzovoort kan worden aangesloten op de computer. Hoe hoger de versie, des te groter de maximale overdrachtssnelheid.