Latijn Woorden 61 t/m 70 Flashcards
1
Q
Noster, nostra, nostrum
A
Van ons
2
Q
Onze
A
(Bezittelijk voornaamwoord)
3
Q
Ne
A
(Leidt een vraag in)
4
Q
Habito, habitare
A
Wonen
5
Q
Eccel!
A
Kijk!
6
Q
Venio, venire
A
Komen
7
Q
Filius
A
Zoon
8
Q
Magnus, magna, magnum
A
Groot
9
Q
Multus, multa, multum
A
Veel
10
Q
Ego, me
A
Ik