Latijn Woorden 171 t/m 180 Flashcards
1
Q
Potui
A
Perf. van possum (kunnen)
2
Q
Misi
A
Perf van mitto (zenden, sturen)
3
Q
Romanus
A
- Romein
- Romeins
4
Q
Cum + abl
A
Met
5
Q
Subito
A
Plotseling
6
Q
Cum (zonder abl, een voegwoord)
A
- Toen
- Wanneer
7
Q
Ubi?
A
Waar?
8
Q
Pugno, pugnare
A
Vechten
9
Q
Peto, petere
A
- Streven naar
- Vragen
- Afgaan op
10
Q
Petivi
A
Perf van peto
(Streven naar, vragen, afgaan op)