Latijn Woorden 1 t/m 50 Flashcards
1
Q
Mirus, -a, -um
A
Wonderbaarlijk
2
Q
Donum
A
Geschenk
3
Q
Accipit
A
Ontvangt, krijgt
4
Q
Amat
A
Houdt van
5
Q
Rex, regem
A
Koning
6
Q
Laetus, -a, -um
A
Blij
7
Q
Est
A
Is
8
Q
Et
A
- En
- Ook
9
Q
Per+ accusativus
A
- Door… heen
- Gedurende
10
Q
Regia
A
Paleis
11
Q
Currit
A
Rent
12
Q
Nunc
A
Nu
13
Q
Mensa
A
Tafel
14
Q
Tangit
A
Raakt aan
15
Q
Quoque
A
Ook
16
Q
In+ accusativus
A
Naar, naar binnen, in
17
Q
Aurum
A
Goud
18
Q
Mutat
A
1.Verandert
2. Verwisselt
19
Q
Servus
A
Slaaf
20
Q
Cibus
A
Eten