Latijn BWL p13-16 Flashcards
annus
jaar
ante, antea (adv)
tevoren
ante (prep)
voor
antequam
voordat
antiquus
oud
antrum
grot
anxius
bezorgd, angstig
aper
wild zwijn
aperire, aperui, apertum
openen; onthullen
apertus
open, openbaar
apis, -is
bij
apparere, -parui
verschijnen
apparet
het is duidelijk
appellare
toespreken, roepen, noemen
appetere, -petivi, -petitum
streven naar; begeren
apponere, -posui, -positum
zetten bij, - op
aptus
geschikt
apud
bij
aqua
water
ara
altaar
aratrum
ploeg
arbitrium
oordeel, beslissing
arbitrari
menen
arbor, -oris (f)
boom
arcere, arcui
weren
arcessere, arcesseri, arcessitum
ontbieden, laten komen
arcus, -us
boog
ardere, arsi
branden
arduus
steil, moeilijk
arena, harena
zand
argutus
scherp(zinnig)
aridus
droog, dor
arista
(koren)aar
arma, -orum
wapens, tuigage
armatus
gewapend
armentum
kudde
arrigere, -rexi, -rectum
opsteken
arripere, -ripio/ripui, -reptum
aangrijpen
ars, -tis
ambacht, techniek; wetenschap, kunst
artus, -uum
ledematen
arvum
bouwland, akker
arx, arcis
burcht, citadel
asper
ru; moeilijk
aspernari
afwijzen
aspicere, -spicio/spexi, -aspectum
aanschouwen
assequi, -secutus sum
bereiken; verkrijgen
assiduus
onafgebroken
astrum
ster(rebeeld)
at
maar
ater
zwart
atqui
(maar) toch
atrox, -ocis
grimmig, dreigend
attingere, -tigi, -tactum
aanraken
auctor, -oris
(iemand die aan het begin van iets staat)
actoritas, -atis
gezag; besluit (van de senaat)
audacia
(over)moed
audere, ausus sum
(aan)durven, wagen