korte termen Flashcards
celproliferatie
het delen van cellen
celgroei
het groeien van de cellen
differentiatie
het specialiseren van de cellen
celmigratie
het transport van cellen naar verschillende plekken in het lichaam.
celdood
het ‘in opdracht’ doodgaan van cellen
prenatale periode
de periode voor de geboorte
zygote
een bevruchte eicel
foetus
vanaf het einde van de organogenese tot de geboorte
totipotent
tot het stadium van de braambes zijn de cellen totipotent
zona pellucida
een huls die rond de braambes zit om de eicel te beschermen. Als de zona pellucida niet breekt kunnen de epitheelcellen nooit hechten aan de baarmoederwand.
gametogenese
het ontstaan van de geslachtscellen
spermatogenese
de vorming van spermacellen, van spermatogonium tot spermatozoa
sperma motiliteit
de beweeglijkheid van het sperma
zaadplasma
het vocht waarin de spermacellen, aangemaakt door de accessoire geslachtsklieren.
spermatozoa ontwikkeling
het testikel bestaat uit tubuli seminiferi (=zaadbuisjes). Deze cirkelvormige structuren bestaan uit een wand met kiemcellen die in de periferie liggen. Spermatogium A (deelt) of B (kiemcel) -> primaire spermatociet (1e meiotische) -> secundaire spermatociet (2e meiotische) -> vroege spermatide -> late spermatide (staart) -> spermatozoa
sertoli cel
een ondersteunende cel in een zaadbuisje, die alle kiemcellen bij elkaar houdt en ze voedt. Bij beschadiging zal de cel zijn tentakels intrekken, waardoor alle kiemcellen in het lumen terecht zullen komen
leydig cel
produceert testosteron, zonder testosteron is er geen spermatogenese. ligt in het stroma rond de zaadbuisjes. onder invloed van LH
acrosoom
golgi-apparaat gaat zich omvormen tot het acrosoom granule. deze gaat in volume toenemen waardoor deze een muts vormt over de kern. noodzakelijk voor de bevruchting: bevat hydrolytische enzymen, die de zona pellucida penetreren (acrosoom binding- polysachariden in zp).
bloed-testes barriere
spermagonia verbonden via cytoplasma bruggen, vormt een barriére voor stoffen. sertoli cel staat hier voor in.
Ovogenese
primordale follikels (latte eenlagig follikelcellen, geen zona pellucida) -> primaire follikels (kubische follikelcellen, zona pellucida) -> secundaire follikels (lumen gevormd in follikel) -> tertiaire follikels (eicel op een schiereiland)