KNO Flashcards

1
Q

BLWI

A

Rhinosinusitis (acuut en chronisch), otitis media, tonsillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe vaak zijn kinderen verkouden?

A

6-8x per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klachten BLWI en rhinosinusitis van elkaar te onderscheiden?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rhinitis kan overgaan in sinusitis?

A

Ja. Rhinitis zorgt voor afsluiting osteomeatus; mucus stase in sinus –> ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe herken je sinusitis?

A

Constante druk op hoofd die erger wordt bij naar voor bukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Osteomeatale complex

A

Voorste deel ethmoid en uitgang maxillaire sinus. Lateraal middelste concha.
Op CT kun je zien of ze nog luchthoudend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rhinitis / acute virale rhinosinusitis kenmerken

A

Ontsteking neusslijmvlies, gewone verkoudheid, self limiting < 10 dagen, rhinovirus, coronavirussen etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sinusitis oorzaak?

A

Meestal viraal.
0.5-2% bacteriele superinfectie –> pussige uitvloed, holtes ook betrokken,
S. pneumoniae, m. catarrhalis, h. influenzae, schimmels; aspergillus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Acute rhinosinusitis duur? Eisen.

A

<12 weken
Rhinorroe, neusverstopping.
pijn/drukkend gevoel in gezicht / verlies van reuk en smaak

<10 dagen acuut viraal
> 10 dagen / verslechtering –> bact superinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Alarmsymptomen rhinosinusitis

A

Periorbitaal oedeem, dubbelzien, hoofdpijn, neurologische uitval, meningitis, frontale zwelling, minder zicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Chronische rhinosinusitus duur? eisen?

A

> 12 weken. zelfde eisen als acuut

Allergie uitsluiten!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Nasendoscopie

A

Scoop in neus
Slijmvlies beoordelen; normaal, granulomateus (makkelijk bloedend), oedomateus, rhinorrhea, crustae, polyposis nasi (verschillende graden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat werkt tegen poliepen?

A

Orale corticosteroiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer chirurgisch bij rhinosinusitis?

A
Bilaterale polyposis nasi met complicatie
Complicatie rhinosinusitis
Invasieve schimmelrhinositis
Neoplasmata
Rhinoliquorrhea
Mucocele; zak gevuld met snot
Niet reagerend op therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doe je tijdens fess

A

Functional endoscopic sinus surgery
Altijd infundibulotomie –> bijholten schoonmaken
Verbeteren drainage, spoelen, pathologisch materiaal verwijderen, delen osteomeatale complex weghalen; ethmoid –> betere drainage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de ring van waldeyer

A
5 tonsillen; 
adenoid
tonsillae tuburiae
tonsillen
tong tonsillen
plica tubopharyngea

Is lymfoid weefsel mn B lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Adenoid (neusamandelen)

A

Liggen voor het oor
Ontsteking zeer freq bij jonge kinderne
Involueert met leeftijd (<12 j)
mn viraal of bacteriele superinfectie

18
Q

Adenoid symptomen

A

purulente rhinorroe, postnasale drip, neusobstructie, mondademhaling, snurken, koorts, lymfadenopathie

19
Q

Adenotomie

A

Adenoid wegschrapen met operatie; via keel.
Niet meer standaard; voorkomt BLWI niet
Huidige indicatie; OSAS –> slaap apneu

20
Q

Tonsillitis

A

Meestal viraal;

50% superinfectie; groep A streptokok, s. aureus, h influenzae

21
Q

Tonsillitis

A

Klinische presentatie: keelpijn, slikpijn, kwijlen. Koorts en algehele malaise. Soms volledig obstruerend.

22
Q

Peritonsillair absces

A

Verplaatsing tonsil naar mediaan
Uvula oedemateus en verplaatst
Trismus
Ernstige slikproblemen

23
Q

Behandeling peritonsillair absces

A

Puncturen; pus eruit
AB
carotis loopt er langs

24
Q

Otitis media; ontsteking middenoor OMA en OME

A

Otitis media acuta

Otitis media met effusie

25
Q

OMA

A

Rood, ontsteking, veel pijn
Acuut ontstaan
Vocht achter trommelvlies; bomberend trommelvlies, ottoroe

26
Q

OME

A

vocht, niet helder, niet ontstoken, Helder vocht/ gelig. Kan nog doorheen kijken. OME kan overgaan in OMA

27
Q

Otitis media buis eustachius?

A

Bij kinderen buis slapper en loopt horizontaler.

Of door afwijking nasopharynx: adenoid, schisis, down

28
Q

OMA verwekkers

A

Vaak secundair aan BLWI
Viraal; RSV, rhino
Bacterieel: S. pneumoniae, m. cattarhalis, h. influenzae

29
Q

Oma epidemiologie

A

Piekincenditie 6-11 maanden
Na 6e levensjaar daalt incidentie
50-75% kinderen > 1 episode

30
Q

Hoelang duurt oMA

A

80% spontane genezing 2-14 dagen

Jongere kinderen langer ziek

31
Q

Beleid OMA

A

Expectatief, pijnstilling

Tenzij; na 3 dagen geen verbetering, bilateraal OMA onder 2 j, ottoroe, verhoogd risico –> DAN AB!!

32
Q

Complicatie OMA

A

Mastoiditis; achter oor, fluctuerende zwelling, afstaand oor (klinische diagnose!! Vocht in mastoid duidt niet meteen op ontsteking)
Meningitis; Intracranieel abces; veneuze trombose

33
Q

Middenoor beluchten?

A

Buisje. Carotis loopt precies langs buiss v eustachius

34
Q

OME symptomen

A

Vaak symptoomloos. Soms gehoorverlies –> bij kinderen reden om er iets aan te doen.
Otoscopie –> niet transparant trommelvlies, gelige kleur,
Tympanometrie uitvoeren –> meet druk van trommelvlies; vol met vocht = niet meer bewegelijk
Audiogram; geleidingsverlies; gemiddeld 30 db

35
Q

OME prognose

A

50% in 3 maanden”90% na 1 jaar

36
Q

OME behandeling

A
Afwachten,
buisjes trommelvlies; verbetering korte termijn NIET lang
4-6 maanden
Perforatie sluit vanzelf
Zwemmen mag
37
Q

Allergische rhinitis

A

Niesbuien, nasale jeuk, rhinorroe, neusobstructie
Vaak icm conjunctivitis
Seizoensgebonden of gedurende hele jaar

38
Q

Diagnose allergische rhinitis

A

Anamnese MOET POSITIEF ZIJN!!!!!! UITSLAG TEST KAN + ZIJN MAAR GEEFT GEEN ALLERGIE AAN
Phadiatop; inhallatoire allergenen; test
Kwantificeren: RAST , skin prick test

39
Q

Inhalatieallergenen

A

Katten, honden, graspollen, boompollen, onkruid, schimmel, huisstofmijt

40
Q

Behandeling allergische rhinitis

A

Vermijden allergenen, lokale corticosteoriden, systemische antihistaminia, immunotherapie (niet zomaar; 5 jaar lang; prik of tablet –> SLIT / SCIT; meer ervating met prikken) Therapietrouw heel belangrijk. Vermindert kans op astma, werkt best bij jonge patienten