kinderen: normale ontwikkeling Flashcards

1
Q

Wat zijn anatomische verschillen tussen kind en volw?

A
  • epiglottis: overlapt met velum (verslikt zich minder)
  • larynx: hoger
  • strottenhoofd: kleiner en hoger
  • tong: neemt voll mond in
  • tanden: geen tanden
  • palatum: vlakker
  • wangen: boller (bel bij zuigen) door vetkussentjes stabiliteit
  • mondholte: wordt steeds groter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

baby’s van 3 maand beschermingsmechanisme

A
  • valleculae is groter
  • larynx ligt hoger
  • tong is meer naar voor en neemt veel plaats in
  • tandenbogen en lippen zijn meer vooruit (bel zuigen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn anatomische veranderingen?

A
  • ↑ volume mondholte
    ↑ uitgroei kaakbeenderen
    Doorbreken tanden
    Harde verhemelte ↑ diepgang
  • Tanden
  • Larynx lager
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kinderen leren 3 zaken

A

hoe ze moeten eten
wat ze moeten eten
hoeveel ze moeten eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe ze moeten eten?

A
  • geprogrammeerd
  • erfelijke aanleg, bouw en werking organen
  • niveau motoriek/ neuro rijping motoriek/responsiviteit + primaire mondfuncties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bedoelen we met dat baby’s geprogrammeerd zijn?

A

baby wordt op borst gelegd en baby kruipt naar je toe, zuigt vanzelf ook al zijn ze net geboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat ze moeten eten?

A

eten is een leerproces
–> oefenen om te zuigen en drinken
neofobieën
–> kindjes die iets niet lusten (normaal zolang het over gaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel ze moeten eten?

A

leerproces
door geforceerd te worden om te eten maak je normaal leerproces niet door

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom is eten een complex samenspel?

A

Samenwerking van:
–> Bio factoren
–> Omgevingsfactoren (Ouders, verzorgers, gezin & familie, Cultuur, Econom. situatie) bv mama met eetstoornis of armoede
–> psychologische factoren (temperament en ontw fase)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

doel van orale reflexen

A
  • manier om te overleven bij geboorte
  • Onderliggende mechanisme waardoor baby kan evalueren naar matuur zuigen/slikken
  • door rijping van centrale zenuwstelsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

2 soorten orale reflexen

A

Voedingsreflexen
Beschermende reflexen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke voedingssreflexen?

A

1) zuig-slikreactie
2) palmomentale reflex
3) zoekreflex
4) ritmische bijtreactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

beschermende reflexen

A

1) wurgreflex
2) hoestreflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zuig-slikreactie

Wat?
Tijdstip van integratie?

A

Wat = Aanraken voorste deel
tong/centrum lippen à
zuig-slikreactie

Tegen 6 maand verdwenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

palmomentale reflex

Wat?
Tijdstip van integratie?

A

Strijken handpalm –>
samentrekking M. mentalis

tijdstip: soms tot volw leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zoekreflex

synoniem
wat
tijdstip integratie

A

synoniem = rooting
aanraking rond mond –>
hoofdbeweging in richMng van
prikkel
tijdstip: 3 à 4 maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ritmische bijtreactie

Wat?
Waarom?
Tijdstip van integratie

A

Aanraken tandvlees –>
openen + sluiten kaak
wrm: later leren ze kauwen en bijten
tijdstip: 9-12 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wurgreflex

Wat?
verschil met baby’s?
duur?

A

wat: Stimulus thv
achterste 3/4
tong/keelwand à
constrictie + elevatie
farynx
verschil: baby’s zit wurgreflex helemaal vanvoor oefenen om dit naar achter te krijgen en zit het uiteindelijk aan het achterste deel van de tong en de keelwand
duur: hele leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hoestreflex

Wat?
Duur?

A

Vocht/voedsel
larynx/bronchi –>
opwaartse
luchtbeweging
duur: hele leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is reflex?
Waarom is orale reflex geen echte?

A

steeds exacte reactie (vb.
kniepeesreflex)
Maar orale reflex is afh van honger (dus het is variabel en hangt af van iets), neurologische rijping waardoor het geen echte reflex is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

waarom zuigt een baby?

A

1) opnemen van voedsel (voedend zuigen)
2) zelfregulsarisatie, troost (niet-voedend zuigen)
3) exploreren van de omgeving

22
Q

uit wat bestaat zuigen?

A

bestaat uit een patroon van bursts (zuigsalvo’s en zuiggroepjes) en pauses die elkaar afwisselen

23
Q

hoe verloopt de coördinatie van voedend zuigen?

A

zuig
slik
adem
deze volgorde: als je inademt krijg je een onderdruk en trek je tong naar beneden
bij ons geen probleem: wij maken een kommetje maar voor baby is dat moeilijker

24
Q

2 fasen van zuigen

A

1) vacuüm maken door mondholte afsluiten en kaak zakken
2) melkexpressie
–> bestaat uit compressie (duwen) en suctie (zuigen)

25
Q

verschil compressie en suctie

A

compressie = positieve druk (duw)
tong of speen wordt geduwd
suctie = negatieve druk (trekken)
melk wordt er uit gezogen

26
Q

functie tong bij zuigen

A

1) cuppen (= kommetje maken met de tong en stabiele ligging)
2) afsluiten (vacuüm creëren)
3) bewegen
-> extensie: naar voor
–> elevatie: tepel of speen opheffen
–> retractie: tong naar achter

27
Q

coördindatie van zuigen door versch anatomische structuren

A
  • Tong:
    –> Extensie – elevatie – retractie
    –> Vacuüm creëren (afsluiting)
    –> Stabiele ligging (groef à cupping tong)
  • Vetkussentjes (wang): stabiliteit
  • Kaak: stabiele basis
  • palatum: vloeistof ‘uitdrukken’ +
    positionering
  • velum: post. afsluiting
28
Q

Waarom zijn lippen minder belangrijk bij baby’s?

A

waarom niet? –> tong ligt meer naar voor en zorgt voor volledige aflsuiting

29
Q

wie regelt de ritmische beweging?

A

CPG = central pattern generator
= slikcentrum in de hersenen

30
Q

Welke belangrijke verandering op 6 weken?

A

Zuigen gaat van reflexmatig naar willekeurige motoriek
moment waarop baby zuigt, kijkt en opnieuw zuigt

31
Q

leg aan ouders uit waarom baby plots na 6 weken problemen heeft met zuigen

A

waarom niet? –> tong ligt meer naar voor en zorgt voor volledige aflsuiting

32
Q

voorwaarden van starten met lepelvoeding

A

↓ orale reflexactiviteit
2. Beginnende willekeurige motoriek in mondgebied
3. Stabiele houding hoofd/romp (maxi-cosi, wipstoeltje, schoot)
4. ↓ gevoeligheid mondgebied

33
Q

Waarom vanaf 4 maanden?

A
  • Vanaf 4 maanden: darmen voldoende ontwikkeld om bijvoeding (fruit & groenten) te kunnen verwerken (↓ kans op darminfecties
    en allergieën)
34
Q

Wat gebeurt er rond de leeftijd van 4 maanden?

A
  • darmen voldoende ontwikkelt
  • ↓ reflexactiviteit, ↑ willekeurige motoriek
  • Mondopening nog vaak uitgelokt door zoekreactie
  • Naar binnen zuigen en doorslikken
  • Geen anticipatie op de lepel
35
Q

Wat gebeurt er na leeftijd 5 maanden?

A

Anticiperen van de lepel
(kijken naar, hoofd naar voren, mond openen)
* sabbelen à ↑ actief afhappen
* Veel hand-mondcontact

36
Q

Op hoeveel weken leert kind lepel eten?

A

5 weken na consequent oefenen

37
Q

welke voeding geven?

A

goed vloeibaar en geen kauwen vereist

38
Q

leren kauwen

voor 6 maand

A

Manipuleren van stukjes voedsel met de lippen, vaste
stukjes worden naar buiten geduwd

39
Q

leren kauwen

4-6 maand

A

Vastere voeding wordt ‘plat geduwd’ door tong

40
Q

leren kauwen

na 6 maand

A

Voedsel in mond laten weken en zuigend doorslikken

41
Q

leren kauwen en afbijten

rond 8 maand

A

Kauwen met simpele kaakbewegingen (‘munching’)

42
Q

leren kauwen en afbijten

vanaf 10 maand

A

↑ laterale tongbewegingen waardoor voedsel naar zijkant
gebracht kan worden

43
Q

leren kauwen en afbijten

6 maand tot 2 jaar

A

↑ kauweffficiëntie
* ↓ kauwtijd (vb. kauwbaar harder voedsel: 40 à 15 s)

44
Q

door wat laterale tongbeweging uitgelokt?

A

interne zoekreactie, transverse tongreactie

45
Q

wat is kritische periode voor leren verwerken van kauwbaar voedsel?

A

tussen 8 en 10 maand

46
Q

wat zijn signalen dat baby klaar is voor vaste voeding?

A

1) zitten met weinig steun
2) geïnteresseerd in voeding
3) hoofd goed recht ku houden

47
Q

wat zijn GEEN signalen dat baby klaar is voor vaste voeding?

A

1) alles in de mond steken
2) meer honger
3) snel of traag groeien
4) specifieke leeftijd
5) wakker worden ‘s nachts

48
Q

Waarom is drinken uit een bekertje moeilijker?

A

1) hoge coördinatiegraad
2) nood aan stabiele onderkaak (interne stabiliteit)

zelfstandig drinken pas leeftijd rond 2 jaar

49
Q

ontw van de smaak

wat is aangeboren voorkeur/aversie?

A

voorkeur: zoet
aversie: bitter

50
Q

door wat worden smaakgewaarwordingen bepaald?

A

Technische factoren: zoet, zout,zuur, bitter.
– Sensorische factoren
* Relatie met geur
* Relatie met horen
* Relatie met voelen in de mond: consistentie,
temperatuur, textuur,…
– Emoties, stemmingen, omgeving, erfelijke factoren
– Aantal / dichtheid van smaakpapillen op de tong