abnormale slik kids behandeling deel 2 Flashcards

1
Q

2 zaken belangrijk bij houding drinken fles bij baby

A

verlengde nek en goed ondersteund zijn, soms ook voetjes ondersteunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

houding flesvoeding bij prematuurtjes

A

zijlig (ifv betere zuig, slik, adem coördinatie en respiratory support)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

houding flesvoeding bij reflux baby’s

A

links lateraal: minder aantal en duur van reflux episodes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de voorwaarden voor lepelvoeding

A

↓ reflexactiviteit
Beginnende willekeurige motoriek
Stabiele houding hoofd en romp
↓ gevoeligheid mondgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

techniek lepelvoeding?

A

Horizontaal aanbieden
Lichte benedenwaartse druk
Horizontaal uit de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

met welke voeding starten bij lepelvoeding?

A

halfvloeibare puree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lepelvoeding

houding verschil 4 maand en 6 maand

A

4 maand: halfliggend
6 maand: zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef behandelplan bij oraal-motorische problemen op vlak van lepelvoeding

A
  1. Aanpassen houding
  2. Aanpassen lepel
  3. Aanpassen consistentie
  4. Aanpassen manier van aanbieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

2 zaken die belangrijk zijn bij de opstart van lepelvoeding

A

zitten en visus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke lepel is het makkelijkste?

A

platte lepel
hier kunnen ook maar beperkte hoeveelheden aangeboden worden + leren afhappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

lepelvoeding: oraal-motorische probl

wat bedoelen we met het aanpassen van de manier van aanbieden?

A

Kind heel bewust lepel laten zien + op
ooghoogte voor kind rustig wachten tot K mond opent
Evt. zacht met lepel tegen onderlip duwen (tempo dan opdrijven)
↑ visuele prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

behandelplan lepelvoeding sensorische problemen

A
  1. Aanpassen lepel
  2. Aanpassen consistentie
  3. Aanpassen manier van aanbieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aanpassen van de lepel bij sensorische problemen

A

Kleine lepel
Lepel niet in mond, maar vlak vòòr de lippen
‘kiepen’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geef opbouw aanpassen consistentie

A

dun vloeibaar –> dik vloeibaar –> voeding met stukjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geef opbouw van smaak

A

water (of melk indien baby) (neutraal) –> water + smaakje + volledige smaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geef aanpassing temperatuur

A

neutraal –> warm –> koud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe kunnen we het aanpassen van manier aanbieden bij sensorische problemen lepelvoeding

A

Kortdurend geen lepel (om veelvuldig kohalzen
tegen te gaan)
Kokhalzen voorkomen:

18
Q

hoe kunnen we kokhalzen voorkomen bij sensorische problemen

A

Handjes van kind bij eigen mond
Kindje zelf voedsel naar mond laten brengen
‘likjes’ voeding vanaf vinger/pink ouder

19
Q

techniek kauwen, afbijten

A

§ Lateraal aanbieden
§ Tussen de kiezen
§ Afwisselend links en rechts
§ Aard van het voedsel

20
Q

voorwaarden kauwen, afbijten

A

6 à 7 maand: ↓ wurgen want …
§ Munching: bolus door mond bewegen (komt
speeksel vrij

21
Q

oraal-motorische problemen

behandelplan kauwen, afbijten

A
  1. Aanpassen manier van aanbieden
  2. Aanpassen consistentie
22
Q

wat gaat er fout bij oraal-motorische problemen op vlak van kauwen

A

Vaak enkel sabbelen op voedsel, voedsel wordt
geplet tegen verhemelte (maar niet naar
kauwvlakken), onvoldoende gekauwd op voedsel

23
Q

hoe aanpassen van manier aanbieden bij kauwen, afbijten (oraal motorische problemen)
bij kleine kauwbewegingen

A

kleine stukjes kauwbaar voedsel in wangzak steken –> midden tong

24
Q

hoe aanpassen van manier aanbieden bij kauwen, afbijten (oraal motorische problemen)
bij geen kauwbewegingen

A

kauwtandenborstel/vingertoptandenborstel:
zijkant mond (uitlokken kauwen –> borsteltje
weg ((speeksel weg)slikken)

25
Q

hoe aanpassen consistenties bij kauwen, afbijten bij oraal motorische problemen?

A

Fijngemalen (warme) voeding + oefenen met
stukjes aardappel, gekookte groente of zacht fruit
(à gemengde voeding)

26
Q

hoe uiten sensorische problemen zich op vlak van kauwen, afbijten

A

Voedsel niet (lang) in mond kunnen houden
Kokhalzen bij vast voedsel/stukjes in voeding
Voeding naar buiten werken

27
Q

behandelplan sensorische problemen op vlak van kauwen, afbijten

A
  1. Aanpassen manier van aanbieden
  2. Aanpassen consistenties
28
Q

hoe aanpassen van manier van aanbieden bij sensorische problemen op vlak van kauwen

A

Voeding proberen langer in mond te houden, vb.
kauwtandenborsteltje met smeerbare voeding,
gaasje met voeding of broodkorstje

29
Q

voorwaarden drinken uit een beker

A

Open beker: meestal rond
10 maand
Meestal 6-8 W na start
lepelvoeding
Stabiele uitgangshouding
Verlengde nek
Interesse in eetmaterialen
Bereidheid voorwerpen in
mond te steken

30
Q

hoe start je met drinken uit een beker (consistentie)

A

dikkere vloeistoffen bv smoothie, melk, lopende pudding

31
Q

voordeel van een tuitbeker

A

Tuitbeker houdt zuigbeweging (zoals bij
borst/fles) in stand

32
Q

drinken uit beker oraal-motorische problemen

A
  • Sabbelen rand beker
  • Tong ligt ver onder/in beker
  • Niet in serie kunnen drinken
  • Verslikken
33
Q

behandelplan oraal-motorische problemen bij drinken uit een beker

A
  1. Aanpassen houding
  2. Aanpassen manier van aanbieden
  3. Aanpassen consistenties
34
Q

sensorische problemen drinken uit een beker hoe uit zich dit?

A

Afweer/verslikken bij drinken uit beker

35
Q

behandelplan drinken uit beker sensorische problemen

A
  1. Aanpassen houding
  2. Aanpassen consistenties
  3. Aanpassen manier van aanbieden
36
Q

sondevoeding ICF

A

Externe factor

37
Q

mondzorg ICF

A

activiteit

38
Q

sensorische oefening ICF

A

functies en anatomische eig

39
Q

positionering en hantering ifv beter mondmot functioneren

A

functies

40
Q

positionering en hantering ifv beter mondmot functioneren ifv betere slik

A

activiteit

41
Q

maaltijdregels ICF

A

activiteiten

42
Q

aanpassen consistentie ICF

A

activiteiten