kaderlessen deel 1 Flashcards

1
Q

wat zijn mogelijke psycho-sociale gevolgen voor familie bij kinderen die moeilijkheden hebben met eten?

A

Stress/angst bij ouders
Relationele stress (ouders)
Hulpeloosheid/hopeloosheid
Negatieve communicatiepatronen tussen
ouders/kind/familie
Jaloezie tussen brussen
Financiële stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom stijgt de prevalentie van abnormaal slikken?

A

Veranderde levensstijl:
Ouders ↑ geïsoleerd van familieleden + ↑ onzeker
Gezinnen eten ↓ samen
↑ kant-en-klaar-maaltijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn respiratoire problemen?

A

Structurele afwijkingen in
respiratoire systeem
hierdoor: fysiologische stress tijdens AH
daardoor: zuig-slik-ademcoörd bemoeilijkt
OF ↓ energie waardoor ↑ moe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

respiratoir

wat is BPD?
bij wie?
oorzaak?

A

bronchopulmonaire dysplasie (broncho deel longen abnormale ontw)
bij prematuriteit
gtv langdurige beademing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

respiratoir

laryngotreachomalacie wat?

A

malacie = verweking (te slap)
kindjes ademen in en alles klapt toe
–> hierdoor inspiratoire stridor
je hoort dit en ziet dit aan de borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cardinaal

gevolgen van acute longproblemen en hartproblemen bij kinderen?

A
  • niet genoeg energie om te eten waardoor snel vermoeid
  • langere voedingtijd
  • verminderde orale inname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gastro-intestinaal (maag en darmen)

wat is oesofagale atresie?
wat is tracheo-oesofagale fistel?

A

komt van a-tresis = niet doorboord, loopt niet door
de slokdarm loopt niet door waardoor eten in de luchtpijp terecht komt, deeltje dat stopt

fistel: opening tussen 2 anatomische struct die niet normaal is, die daar niet hoort te zijn

zie ook afbeelding dia 26

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gastro-intestinaal

verschil reflux en refluxziekte (GERD)

A

Reflux (GER)
§ Terugkeer van maaginhoud
naar slokdarm
§ NORMAAL!
§ Weinig-geen symptomen

Refluxziekte (GERD)
§ Chronisch symptoom van
mucosale aantasting door
maagzuur in slokdarm
§ Frequenter bij prematuurtjes
en risicokindere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

natuurlijke geschiedenis van GER

refux
frequentie?
verdwenen?

A

zeer frequent tussen 1-6 maand –> piek van reflux op 3-4 maand en dan spontaan afnemen
Spontaan (en bijna volledig verdwenen – 95%) op
leeftijd van 1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neurologische ziekten

welke 2 voorbeelden?

A

CP (Cerebral palsy)
Neuromusculaire aandoeningen (vb. ziekte van
Duchenne, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

congenitale afwijkingen

4 voorbeelden?

A

Schisis
Downsyndroom
Moëbius-syndroom
Piere Robin-sequentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geef 4 voorbeelden van maternale en perinatale omstandigheden?

A

(zwangerschaps)diabetes
Geelzucht
Foetaal alcohol syndroom
Neonataal abstinentiesyndroom (blootstelling methadon en buprenorfine (pijnstiller en bij verslaving ontwenningskuur))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is prematuur?

A

Prematuur: geboren vòòr 37 weken zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tegengestelde van prematuur?

A

a-term (op tijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zowel te vroeg voor ouders als voor het kind

A

voor het kindje
§ Nog niet volgroeid
§ Hulpmiddelen nodig om te overleven
(cfr. verschillende systemen onvoldoende matuur)
§ Gevaar op allerlei infecties & hersenbloedingen

voor de ouders
§ Onvoldoende voorbereid
§ Onzeker of hun kleintje zal overleven
§ à Invloed op interactie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

prematuriteit link met voedingsproblemen op latere leeftijd

A

19-80% prematuur geboren baby’s heeft
voedingsproblemen tijdens 1e 2 levensjaren

17
Q

wat is invloed van zwangerschapsduur op het risicio van voedingsproblemen

A

↓ zwangerschapsduur
↑ risico op voedingsproblemen

18
Q

link prematuriteit en voedingsproblemen

A

Prematuur:
§ Alle anatomische structuren aanwezig maar …
meeste systemen = immatuur
§ Geen neurologische maturatie
§ Onvoldoende fysiologische ontwikkeling nodig voor
adequate inname en vertering voeding

19
Q

kissing tonsils

Wat?
Bij wie?
symptomen?

A

keelamandelen/tonsillen die heel groot zijn
bij wie: jonge kids
AH-problemen
- Open mond AH
- Slaapapneu!
- Snurken!
- Cave gedragsproblemen,
extreme vermoeidheid
- Weigeren vast voedsel
(speekselvloed)

20
Q

wat hebben tonusproblemen als invloed op abnormaal slikken?

A

De spierspanning kan tgv een neuromotorisch of
neuromusculair probleem zijn:
- te hoog (spasticiteit) bv CP
- te laag (‘floppy’)
- wisselend (athetose, ataxie)
Dit leidt tot coördinatieproblemen in het ganse lichaam
en dus ook in het mondgebied

21
Q

3 soorten habitueel weigeren

A

eetaversie
slikangst
slikfobie

22
Q

wat is eetaversie?

A

sterk vermijdingsgedrag bij zien/in de mond nemen van
alle voedsel (⬌ voedingsaversie)
- veroorzaakt door negatieve koppeling problemen in
maag en eten
- vb. voedingsstoornissen, infecties, voedselintolerantie

23
Q

wat is slikangst?

A

koppeling van eten aan disfunctie van eetmechanisme,
ademhalingsmoeilijkheden en/of langdurige
sondevoeding
§ Vb. BPD, schisis, cystic fibrosis,

24
Q

wat is slikfobie?

A

koppeling van eten aan ernstige traumatische ervaring
§ Vb. intens verslikken, bijna stikervaring, forse
operatieve ingrepen in mond-keelgebied

25
Q

wat is habitueel spugen?

A
  • Regelmatig onvrijwillig overgeven zonder
    lichamelijke oorzaak (meestal in episodes)
  • Aangeleerd gedragspatroon (spugen=opluchting)
  • Later in allerlei stress-situaties
26
Q

wat is rumineren?
wie doet dit?

A

Gewoonte om voedsel uit de maag op te halen. Dit
gedeeltelijk verteerde voedsel wordt dan meestal
opnieuw gekauwd en doorgeslikt.

Wie?
§ Mentaal gehandicapten
§ Normaal intelligente baby’s
§ Normale volwassenen

27
Q

gevolgen van rumineren?

A

soms ondervoeding
slokdarmontsteking

28
Q

wat is PICA?

A

potentieel levensbedreigende eetstoornis bij kinderen…
stoornis gekenmerkt door
ontwikkelingsongeschikt en aanhoudend
eten van dingen zonder voedingswaarde voor een
duur van ten minste 1 maand
bv sigaretten, papier, zeep…

29
Q

gevolgen van PICA?

A
  • Anemie (bloedarmoede)
  • Vergiftiging
  • Blokkade spijsverteringsstelsel
30
Q

Welke vaardigheden?

A

Dinken uit borst/fles
§ Eten met lepel
§ Kauwen
§ Drinken uit beker