Kinderen; heden, verleden en toekomst Flashcards

1
Q

continue verandering

A

geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

discontinue verandering

A

ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvind, en waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kritieke periode

A

een specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste - en zelfs onomkeerbare- gevolgen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stimuli

A

prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme reageert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

plasticiteit

A

de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gevoelige periode

A

een afgebakende tijdsspanne, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van specifieke vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nature-nurturedebat

A

de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze eigenschappen; in hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze opvoeding en leefomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly