Kim2 Flashcards
1
Q
To spend (time)
A
Besteden
2
Q
Average
A
Gemiddeld
3
Q
For example
A
Bijvoorbeld
4
Q
Use (noun)
A
Gebruik
5
Q
Less
A
Minder
6
Q
Striking, considerable
A
Opvallend
7
Q
Except
A
Behalve
8
Q
More often
A
Vaker
9
Q
I need to…
A
Ik heb behoefte aan…
10
Q
To provide
A
Voorzien in
11
Q
Part (of)
A
Deel (van)
12
Q
Youth
A
De Jeugd
13
Q
Adults
A
De Volwassenen
14
Q
Distance
To keep away
A
De Afstand
Op afstand houden
15
Q
To reach
A
Bereiken