24/6/15 Flashcards
1
Q
Play (theatre)
A
Toneelstuk
2
Q
Nothing special
A
Niets bijzonders
3
Q
Boss
A
Baas
4
Q
Return, get back
A
Terugkomen
5
Q
More or less
A
Min of meer
6
Q
Back and forth
A
Heen en terug
7
Q
Hopefully
A
Hopelijk
8
Q
He is unwell
A
Hij is ziek / hij voelt zich niet lekker
9
Q
What did you think about it?
A
Hoe vond je het?
10
Q
Theatre / stage
A
Het toneel