Kennisclip 3 Flashcards
Welk tijdperk hoort bij fase 3?
Het tijdperk van de ontvanger.
Welke twee verschuivingen vonden tijdens het tijdperk van de ontvanger plaats op mediagebied?
Een verschuiving van onderzoek van wat media met mensen doen naar wat mensen met media doen en een verschuiving van de aandacht van massamedia naar interpersoonlijke communicatie.
Wat zou jouw houding bepalen volgens de derde fase?
Je normen en waarden.
Wat zijn de vier hoofdkenmerken van uses and gratifications?
De verwachtingen van de gebruikers bepalen het mediagebruik. Mensen nemen informatie actief en doelgericht op als die prettig of belangrijk is. Mediumgebruikers kiezen bewust het mediumtype en de boodschap. De waarden, motieven en verlangens van de ontvangers zijn het uitgangspunt. De mediagebruikers geven zelf betekenis aan mediabeleving.
Wat zijn de vier motieven voor mediaconsumptie?
Leerfunctie, informatieve functie, opwinding/genoegen en statusverschaffing.
Wat houdt de leerfunctie in?
Je leert hoe je je behoort te gedragen, daardoor voel je je veiliger in een maatschappij vol onzekerheden.
Wat is een voorbeeld van de informatieve functie?
Het journaal.
Wat is een voorbeeld van opwinding/genoegen?
Temptation Island.
Wat houdt statusverschaffing in?
Je kunt tegenover anderen de indruk maken goed geïnformeerd te zijn, waardoor je sociale prestige stijgt.
Wat is het verschil tussen het tijdperk van de almachtige media en het tijdperk van de ontvanger?
Eerst injecteerde de massamedia de interpersoonlijke communicatie. Nu injecteert de interpersoonlijke communicatie de massamedia.
Waar gingen onderzoekers in ontvangergerichte stroomonderzoeken van uit?
Mensen zouden selectief waarnemen en interpreteren, en sociale waarden en relaties zouden het communicatieproces sterk beïnvloeden.
Wat houdt het zwamvlokmodel in?
Ondergronds vindt de interpersoonlijke communicatie plaats. Boven de grond zijn de media. Als er veel ondergronds gebeurt, komt dit uiteindelijk bovengronds.
Wie heeft het zwamvlokmodel ontwikkeld?
Brouwer.
Wat is een voorbeeld van de leerfunctie?
You op Netflix.
Wat is een voorbeeld van statusverschaffing?
Wie is de Mol?