Kennisclip 2 Flashcards

1
Q

Welk tijdperk hoort bij fase 2?

A

Het tijdperk van de beperkt machtige media (ca. 1930).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe gingen de onderzoekers in fase 2 te werk?

A

Ze verbonden de media-impact met de invloed van de sociale omgeving van de ontvanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn opinieleiders in het algemeen?

A

Deskundige, extraverte personen die maatschappelijk betrokken zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de two-step-flow-theorie in?

A

De mediaboodschap gaat eerst van de zender naar de opinieleider, daarna gaat de boodschap naar de leden van het publiek in de directe omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee soorten opinieleiders zijn er?

A

Influentials en publieke figuren (opinieleiders).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn influentials?

A

Invloedrijke adviseurs in de interpersoonlijke communicatie, dus vrienden en familie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn publieke figuren (opinieleiders)?

A

Personen met gezag in de publieke opinie. Bijvoorbeeld: Tim Hofman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt de stroom van informatieverschaffing en beïnvloeding?

A

Verticaal, horizontaal, diffuus en pluriform.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt de multi-step-flow-theorie in?

A

Net zoals bij de two-step-flow-theorie ontvangt de opinieleider nog steeds de boodschap. Daarna zijn er meerdere stromen mogelijk (van A naar B of juist naar Z).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zijn opinieleiders in deze tijd nog steeds relevant?

A

Ja, denk aan influencers en weblogs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly