Kennisclip 4 Flashcards

1
Q

Welk tijdperk hoort bij fase 4?

A

Het tijdperk van de sturend machtige media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar gingen onderzoekers op letten tijdens de vierde fase?

A

De subtiele, sturende macht van de media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie kenmerken omschrijven agenda-setting?

A

Onderzoek toont verband aan tussen onderwerpen die veel in media komen en onderwerpen die ontvangers belangrijk vinden. Thema’s die hoog op de media-agenda staan komen vanzelf hoog op de ontvangersagenda. Media bepalen niet onze mening, maar wel waarover we het hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door wie is agenda-setting bedacht?

A

McCombs en Shaw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke drie soorten ontvangers-/gespreksagenda’s zijn er?

A

De intrapersoonlijke agenda, de interpersoonlijke agenda en de gemeenschapsagenda.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de intrapersoonlijke agenda in?

A

Het bevat onderwerpen die de ontvanger zelf belangrijk vindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt de interpersoonlijke agenda in?

A

Het bevat onderwerpen die de ontvanger met anderen bespreekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt de gemeenschapsagenda in.

A

Het bevat onderwerpen die de groep van de ontvanger belangrijk vindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vraag gingen onderzoekers van relatie mens-media zich vanaf 1965 stellen?

A

In hoeverre beïnvloeden de media onze agenda?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke zes bezwaren zijn er tegen de klassieke agenda-setting-theorie?

A
  1. Theorie meet alleen kennis en geen gedragsverandering. Je weet niet wat de ontvangers denken.
  2. De tijdschaal is van vitaal belang. Het is bij de media-agenda veel gemakkelijker te bepalen dan bij de ontvangersagenda wanneer een onderwerp op de agenda komt.
  3. De media-agenda wordt inhoudsanalystisch bepaald. Je stelt vast hoeveel ruimte of tijd aan een onderwerp wordt besteed. Is dat voldoende?
  4. Theorie houdt geen rekening met sociale context van ontvangers. De maatschappelijke achtergrond van ontvangers kent grote verschillen.
  5. Theorie houdt geen rekening met manipulerende karakter van media. De realiteit wordt niet nauwgezet en zonder vervorming geregistreerd.
  6. Theorie is uitsluitend gericht op overdracht via nieuws en politieke propaganda. Er zijn ook reclames, quizzen, shows, etc. die kennis overdragen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent priming?

A

De media benadrukken bepaalde onderwerpen en hun berichtgeving over een onderwerp activeert kenniseenheden in het geheugen van individuele ontvangers. Zo krijgt het publiek bepaalde maatstaven of interpretatiekaders aangereikt voor de verwerking en beoordeling van volgende berichten. Er is als het ware in het geheugen van de ontvangers een basis gelegd. Als ontvangers bepaalde onderwerpen in het nieuws tegenkomen, zullen ze die onderwerpen vooral actief beoordelen wanneer ze al eerder in het geheugen een plek hebben gekregen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent framing?

A

Journalisten maken keuzes bij hun selectie en presentatie van de media-inhoud. De wijze van presenteren van een onderwerp wordt ook wel een frame (of invalshoek) genoemd. Met behulp van mediaframes benadrukt een journalist die aspecten van een gebeurtenis die hij of zij belangrijk vindt om over te brengen aan het mediapubliek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke twee soorten frames zijn er?

A

Journalistieke frames en publieksframes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn journalistieke frames?

A

Journalisten selecteren een maatschappelijk belangrijk onderwerp en bespreken dit nieuwsitem vanuit een eigen invalshoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn publieksframes?

A

Het journalistieke verhaal heeft invloed op de wijze waarop een publieksgroep datzelfde onderwerp bekijkt en beoordeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is agendavorming?

A

Het vormen van een beleidsagenda van een organisatie door ervoor te zorgen dat een bepaald onderwerp of issue op de media-agenda komt.