karaktereigenschappen Flashcards

1
Q

Wat betekent asociaal?

A

Deze klasgenoot houdt geen rekening met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent oprecht?

A

Deze klasgenote zal altijd de waarheid vertellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent vriendelijk?

A

Deze klasgenoot staat klaar om anderen te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent afwachtend?

A

Deze klasgenoot is terughoudend en zal de situatie eerst observeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent ambitieus?

A

Deze klasgenoot levert een torenhoge inzet om zijn doel te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent artistiek?

A

Deze klasgenoot is creatief en staat open voor nieuwe denkbeelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent avontuurlijk?

A

Deze klasgenoot zal geen enkele spannende situatie uit de weg gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent behulpzaam?

A

Deze klasgenoot heeft oog voor anderen en is hulpvaardig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent bescheiden?

A

Deze klasgenoot voelt zich niet beter en schept niet op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent besluitvaardig?

A

Deze klasgenoot is een leidersfiguur en is in staat om snel een evenwichtig besluit te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent doortastend?

A

Deze klasgenoot is vastberaden, weet wat die wil en handelt efficiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent emotioneel?

A

Deze klasgenoot raakt snel ontroerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent gehoorzaam?

A

Deze klasgenoot volgt nauwgezet de instructies op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent idealistisch?

A

Deze klasgenoot heeft sterke waarden en dromen en volgt deze nauw op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent intelligent?

A

Deze klasgenoot kan snel informatie verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent intuïtief?

A

Deze klasgenoot volgt zijn onderbuikgevoel om situaties in te schatten.

17
Q

Wat betekent joviaal?

A

Deze klasgenoot is spontaan en enthousiast.

18
Q

Wat betekent levendig?

A

Deze klasgenoot heeft heel wat energie waardoor die opgewekt en vrolijk overkomt.

19
Q

Wat betekent nauwkeurig?

A

Deze klasgenoot zal opdrachten geordend en zorgvuldig uitvoeren.

20
Q

Wat betekent nieuwsgierig?

A

Deze klasgenoot is geïnteresseerd en wil graag nieuwe dingen te weten komen.

21
Q

Wat betekent ondernemend?

A

Deze klasgenoot is besluitvaardig en leidt groepswerken in goede banen.

22
Q

Wat betekent openhartig?

A

Deze klasgenoot zal telkens eerlijk en oprecht zijn/haar standpunt geven.

23
Q

Wat betekent opmerkzaam?

A

Deze klasgenoot is telkens alert tijdens de les: geen enkele fout gaat aan hem/haar voorbij.

24
Q

Wat betekent optimistisch?

A

Deze klasgenoot is steeds vrolijk en bekijkt alles op een positieve manier.

25
Wat betekent ordelijk?
Deze klasgenoot hecht veel belang aan structuur. Deze persoon zal alles net achter laten.
26
Wat betekent praktisch?
Deze klasgenoot is realistisch en is geen voorstander van abstract denken.
27
Wat betekent romantisch?
Deze klasgenoot laat dromerige gevoelens de bovenhand nemen.
28
Wat betekent sentimenteel?
Deze klasgenoot is erg gevoelig en heeft vaak (te) sterke emoties.
29
Wat betekent sociaal?
Deze klasgenoot houdt rekening met anderen en heeft oog voor zijn medemens.
30
Wat betekent speels?
Deze klasgenoot zorgt als eerste voor een goede sfeer in de groep.
31
Wat betekent stabiel?
Deze klasgenoot staat evenwichtig in het leven. Hij of zij is standvastig en betrouwbaar.
32
Wat betekent veeleisend?
Deze klasgenoot is kritisch waardoor die persoon hoge verwachtingen stelt.
33
Wat betekent vernieuwend?
Deze klasgenoot is innovatief en probeert op een creatieve manier te denken.
34
Wat betekent voorzichtig?
Deze klasgenoot is eerder teruggetrokken waardoor hij of zij verlegen kan overkomen.
35
Wat betekent vindingrijk?
Deze klasgenoot gaat op zoek naar originele manieren om zaken aan te pakken.
36
Wat betekent zelfzeker?
Deze klasgenoot heeft veel zelfvertrouwen.
37
Wat betekent zenuwachtig?
Deze klasgenoot is nerveus en kan snel onrustig worden.