Kapitel 3-1 Story Flashcards
1
Q
het schoolplein
A
der Schulhof
2
Q
De bel gaat.
A
Es läutet.
3
Q
het klaslokaal
A
das Klassenzimmer
4
Q
het spiekbriefje
A
der Spickzettel
5
Q
het Engels
A
das Englisch
6
Q
spieken
A
spicken
7
Q
lenen
A
leihen
8
Q
snel
A
schnell
9
Q
voor de laatste keer
A
zum letzten mal
10
Q
volgende
A
nächste
11
Q
goed
A
gut
12
Q
het smoesje
A
die Ausrede
13
Q
de vrouw
A
die Frau
14
Q
de garage
A
die Werkstatt
15
Q
gisteren
A
gestern