Kapitel 11 Flashcards
die Mehrwertsteuer
de btw
die Anleihe
de lening
der Aufschwung
de opleving
die Flaute
de economische recessie
Konkurs machen
failliet gaan
pleite
blut, failliet, bankroet
der Wettbewerb
de concurrentie
die Raubkopie
de illegale kopie
die Mogelpackung
de nepverpakking
der Haushalt
het budget
die Nobelmarke
het vooraanstaande merk
wirtschaftlich
economisch
der Gläubiger
de crediteur
degene die geld heeft uitgeleend
der Schuldner
de debiteur
die Mangelware
de schaarse waar
der Rohstoff
de grondstof
der Normalverbraucher
de gemiddelde consument
die Verbraucherzentrale
de consumentenvereniging
die oberen Zehntausend
de elite
die kaufmännische Lehre
de commerciële beroepsopleiding
landläufig
algemeen, gebruikelijk
der Steuerberater
de belastingadviseur
gebührenfrei
kosteloos
der Nachschub
de nieuwe voorraad
der Super-GAU
de grootst mogelijke ramp
die Vermarktung
het op de markt brengen
der Zuwachs
de groei
zuzüglich
exclusief
das Guthaben
het tegoed
die Rate
de termijn
der Zins
de rente
die Versteigerung
de veiling
feilbieten
te koop aanbieden
die Kohle
de poen
die Erstattung
de vergoeding
der Angestellte
de werknemer
die Währung
de valuta
zwangsläufig
noodzakelijkerwijs
kostspielig
duur, kostbaar
der Trugschluss
de misvatting
das Bargeld
het contante geld
überweisen
overmaken
der Kunde
de klant
der Rabatt
de korting
der Gutschein
de tegoedbon
das Schnäppchen
het koopje
abheben
opnemen
erhältlich
verkrijgbaar
das Konto überziehen
rood staan
herstellen
produceren
die Auswahl
de keuze
die Subvention
de subsidie
die Spende
de gift
die Messe
de beurs
geschäftlich
zakelijk
