K3_Woordenschat_pag 1

Question 1

Wat zijn de hoofdzaken? en waar kan je hoofdzaken vinden?

Answer 1

Wat in een tekst belangrijk is en meestal vind je de hoofdzaak in de inleiding en in het slot van de tekst en in de kernzin van de alinea.

Question 2

Waar kan je een kernzin vinden?

Answer 2

De kernzin is meestal de 1e of laatste zin van de alinea..

Question 3

Wat zet je in je samenvatting?

Answer 3

Alleen de hoofdzaken.

Question 4

Wat is de hoofdgedachte?

Answer 4

Het belangrijkste van de tekst in 1 zin (vaak vind je de hoofdgedachte in de inleiding of het slot).

Question 5

introductieavond

Answer 5

informatieavond

Question 6

bijtende vloeistof

Answer 6

een vloeistof die scherp inwerkt op

Question 7

monster

Answer 7

een klein beetje van iets zodat men een indruk krijgt van het geheel| afgrijselijk wezen of ding, een gedrocht

Question 8

staken

Answer 8

niets doen (stoppen)

Question 9

uiteindelijk

Answer 9

tenslotte

Question 10

alsnog

Answer 10

toch nog

Question 11

met spoed

Answer 11

snel

Question 12

duimen draaien

Answer 12

niets doen

Question 13

minstens

Answer 13

op zijn minst

Question 14

de aandacht vestigen op

Answer 14

belangstelling wekken voor

Question 15

beschouwen

Answer 15

zien

Question 16

op het matje komen

Answer 16

zich melden

Question 17

amper

Answer 17

maar net

Question 18

zorgwekkend

Answer 18

zorg veroorzakend, verontrustend

Question 19

ondersteunen

Answer 19

helpen

Question 20

luttel

Answer 20

weinig

Question 21

aanmeren

Answer 21

aanleggen

Question 22

ondertoezichtstelling

Answer 22

de controle hebben, het onder toezicht houden

Question 23

naar schatting

Answer 23

ongeveer

Question 24

leerplichtig

Answer 24

het verplicht onderwijs moeten volgen

Question 25

in de gaten houden

Answer 25

letten op

Question 26

continueren

Answer 26

voortzetten

Question 27

baten

Answer 27

helpen

Question 28

capitulatie

Answer 28

overgave

Question 29

investeren

Answer 29

moeite doen

Question 30

letsel

Answer 30

verwonding

Question 31

religigieus

Answer 31

godsdienstig

Question 32

signalement

Answer 32

beschrijving van het uiterlijk van iemand

Question 33

betogen

Answer 33

protesteren

Question 34

doorgaans

Answer 34

meestal

Question 35

aansporen

Answer 35

tot actie of inspanning aandrijven

Question 36

informatie

Answer 36

inlichtingen