K3_woordenschat pag 2 Flashcards

1
Q

wekelijks

A

iedere week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bekakt

A

deftig doend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

talloze

A

vele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

respectvol

A

met eerbied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hilarisch

A

grappig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tradities

A

gewoontes en gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aan de orde stellen

A

op iets wijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gidsen

A

rondleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

sober

A

niet overdadig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

weelderig

A

overvloedig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

etiquette

A

omgangsvormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

elite

A

kleine groep van voorname mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ontleend aan

A

overgenomen van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

houvast

A

steun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

missie

A

opdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

schalks

17
Q

duiden

A

op iets wijzen

18
Q

confronteren

A

iets onder ogen brengen dat pijnlijk kan zijn

19
Q

weemoed

A

zacht treurig gevoel

20
Q

uit je duim zuigen

A

verzinnnen

21
Q

goed door 1 deur kunnen

A

goed met elkaar overweg kunnen

22
Q

met het verkeerde been uit bed stappen

A

met een slecht humeur de dag beginnen

23
Q

de rapen zijn gaar

A

het is gedaan, is het zover gekomen

24
Q

van een mug een olifant maken

A

van niets tot een groot probleem maken

25
alles is koek en ei
is het weer goed
26
iemand voor vol aanzien
volwassen, helemaal normaal
27
een appeltje voor de dorst hebben
iets extra's hebben voor tijden van nood
28
met twee maten meten
niet onpartijdig zijn
29
iets op je duimpje kennen
iets uitstekend kennen
30
doen alsof je neus bleodt
doen alsof de zaak je niet aangaat
31
iets in je oren knopen
iets goed onthouden