K3_woordenschat pag 2 Flashcards
1
Q
wekelijks
A
iedere week
2
Q
bekakt
A
deftig doend
3
Q
talloze
A
vele
4
Q
respectvol
A
met eerbied
5
Q
hilarisch
A
grappig
6
Q
tradities
A
gewoontes en gebruiken
7
Q
aan de orde stellen
A
op iets wijzen
8
Q
gidsen
A
rondleiden
9
Q
sober
A
niet overdadig
10
Q
weelderig
A
overvloedig
11
Q
etiquette
A
omgangsvormen
12
Q
elite
A
kleine groep van voorname mensen
13
Q
ontleend aan
A
overgenomen van
14
Q
houvast
A
steun
15
Q
missie
A
opdracht