Journal clubs Flashcards
! Voor confounding kun je corrigeren. Voor bias kun je achteraf niet corrigeren, dus wil je vooraf voorkomen.
Corrigeren voor confounding is ook niet nodig als onderzoeksgroepen bijna geheel gelijk zijn
Door blinderen voorkom je
informatiebias
Dubbelblind onderzoek (goed kijken wie er geblindeerd is, soms is het ook triple blind dat de data analyst geblindeerd is.)
Hoe beter (objectiever) meetbaar de uitkomst= harde eindpunten, hoe minder de kans op informatiebias. Subjectiviteit wil je dus juist blinderen bv.
Withdrawn alive =
iemand is tot aan het eind van de studie behandeld, maar heeft geen event ervaren.
redenen voor minder mensen tijdens follow up
uitkomst al bereikt
uitval
overlijden
of je volgt niet iedereen even lang omdat de begin datum verschilt
Lost to follow up (Beetje rode vlag als je van de ene groep veel meer patiënten kwijt bent dan van de andere groep)
selectiebias
de groepen die worden vergeleken verschillen systematisch van elkaar, waardoor de resultaten niet representatief zijn.
- Een onderzoek naar een nieuwe behandeling voor hartfalen selecteert alleen fitte patiënten → de resultaten lijken beter dan ze in de algemene populatie zouden zijn.
- Bij een case-control studie worden patiënten uit een ziekenhuis geselecteerd, terwijl de controlegroep uit de algemene bevolking komt → de groepen zijn niet goed vergelijkbaar.
Voorkomen door:
Randomisatie bij RCT’s (Randomized Controlled Trials).
Strikte en gelijke inclusiecriteria voor beide groepen
Aan de voorkant borg je door het randomiseren dat het verschil meevalt, maar er kan door uitval alsnog selectiebias zijn
Informatiebias
Vertekende of onjuiste metingen van de blootstelling of de uitkomst, waardoor de resultaten scheef trekken.
- Recall bias: patiënten met een ziekte herinneren zich risicofactoren beter dan gezonde controles (bijv. bij vragenlijsten over roken en kanker).
- Observer bias: een arts meet de bloeddruk strenger bij de controlegroep dan bij de behandelde groep.
- Misclassificatie: een defecte bloeddrukmeter registreert consistent te hoge waarden.
Voorkomen door:
Blinde metingen (zowel patiënt als onderzoeker weet niet wie welke behandeling krijgt).
Gestandaardiseerde meetmethoden en objectieve data.
Confounding bias
Een derde factor vertekent de relatie tussen de onderzochte blootstelling en de uitkomst.
- Een studie toont aan dat mensen die koffie drinken vaker longkanker krijgen. Confounder: roken! Koffiedrinkers roken mogelijk vaker, en roken is de echte oorzaak.
- Een onderzoek naar fysieke activiteit en sterfte toont een verband. Confounder: leeftijd! Oudere mensen bewegen minder en hebben een hogere sterftekans.
Hoe voorkom je dit?
Voorkomen door:
Randomisatie om confounders gelijk te verdelen.
Stratificatie: analyse apart uitvoeren per risicogroep (bijv. rokers vs. niet-rokers).
Multivariabele regressieanalyse om de invloed van confounders statistisch te corrigeren.
samengesteld eindpunt
Belangrijke voorwaarde van een samengesteld eindpunt is dat ze beide ongeveer hetzelfde moeten zijn en ook even belangrijk
ITT vs PP
De intention-to-treat-analyse omvat alle gerandomiseerde patiënten, ongeacht de mate van compliance of behandeling. Dit wordt verkozen om vertekening te verminderen en de externe validiteit te verbeteren.
Andere optie is per protocol: Hierbij neem je alleen de patiënten mee die blijven voldoen aan de voorwaarden en niet unknown vital status.
Deze geeft wel zuiverder het effect van het geneesmiddel weer, maar intention-to-treat geeft beter het in praktijk te verwachten effect weer. (klinisch relevanter). Per protocol is relevanter voor bijwerkingen, voor dose-finding studies en voor proof in concept (fase 1 en 2 van onderzoek)
externe validiteit
- De externe validiteit lijkt redelijk, maar dit moet worden beoordeeld op basis van de populatie in de studie en hoe goed deze representatief is voor de bredere populatie van patiënten met hartfalen en behouden ejectiefractie.
- Ook kijken naar de setting waarin het onderzoek plaatsvindt; is dit representatief
- Ook kijken naar behandeling; is dit beleid representatief
- In dit onderzoek worden vooral witte mensen onderzocht, dus minder representatief voor afrikaanse bevolking
Voordelen observationeel onderzoek
Grote populatie
Redelijk lange follow up
Alle gegevens van de ziekenhuisopname
Representatieve populatie (klinisch relevant
ITT RR berekenen
Bij een ITT wordt het risico bepaald door alle patiënten te analyseren in de groep waartoe ze in eerste
instantie door de randomisatie zijn aangewezen. RR=CIapixaban/CIacetylsalicylzuur=(55/2015)/(86/1997). Je
komt dan op een RR van 0,63.
berekening
Stel dat in de asa-arm de cumulatieve incidentie 2% is en
in de placebo-arm 4%.
Bereken de number-needed-to-treat (NNT) en de relatieve risicoreductie (RRR) en leg uit wat
deze effectmaten betekenen. (5 punten)
NNT: 1/(0,04-0,02) = 1/(0,02)=100/2=50.
Dus 50 patiënten moeten gedurende 5 jaren met acetylsalicylzuur worden behandeld om 1
hartinfarct te voorkomen in vergelijking met de behandeling met placebo.
RRR: 1 – relatief risico = 1 – 0,02/0,04 = 1 – 0,5 = 0,5 = 50%.
Dus acetylsalicylzuur verlaagt het risico op het optreden van een hartinfarct met 50% in vergelijking
met een placebobehandeling