Jobs Flashcards
0
Q
He’s a doctor by profession
A
Hij is dokter van beroep
1
Q
He’s an actor
A
Hij is acteur
2
Q
Waiter
A
Ober
3
Q
Guard
A
Bewaker
4
Q
He goes to work every day
A
Hij gaat iedere dag naar het werk
5
Q
The guard runs after the boy
A
De bewaker rent achter de jongen aan
6
Q
I am late for work
A
Ik kom te laat op mijn werk