J. Wet- en regelgeving Flashcards
1
Q
recept
wat moet er op staan
A
- naam + geboortedatum patiënt
- naam arts
- naam/sterkte/hoeveelheid/gebruik geneesmiddel
- afwijkende nierfunctie indien bekend
- reden van voorschrijven indien op lijst
2
Q
recept
opbouw
voorbeeld
A
R) stofnaam en sterkte
bijv: R) paracetamol tablet 500mg
toedingingsvorm en aantal (dtd = da tales doses)
bijv: dtd tabl. no 15
S) wat moet op etiket
*bijv:4 dd 1, opgelost innemen
3
Q
opiumwet recept
A
- handtekening
- sterkte/hoeveelheid volledig uitgeschreven
- volledig adres arts incl. telefoonnummer
- datum
- 1 geneesmiddel per recept
- alle gegevens patiënt
- herhalingen volledig uitgeschreven
- onuitwisbare inkt/niet doorgestreept
3
Q
verkeersdeelname medicatie categorieën
A
- categorie 0: veilig
- categorie 1: weinig invloed
vergelijkbaar met promille < 0.5 - categorie 2: licht/matig negatieve invloed
vergelijkbaar met promille 0.5-0.8
bij start middel: NIET rijden - categorie 3 ernstig of potentieel gevaarlijke invloed
vergelijkbaar met promille > 0.8
NIET rijden
3
Q
risicomedicatie verkeersdeelname
A
- benzodiazepines
- opiaten
- TCA’s
- bepaalde anti-epileptica
- bepaalde antipsychotica
- clemastine
3
Q
temazepam
verkeersdeelname
A
categorie 1:
tot 20 mg, 8u na inname niet rijden
bij hogere doseringen is rijden NIET toegestaan
4
Q
oxazepam
verkeersdeelname
A
categorie 1:
tot 50 mg, 16u niet rijden
bij hogere doseringen is rijden NIET toegestaan
5
Q
morfine
verkeersdeelname
A
- in lage doseringen: na 2 wkn gebruik zonder bijwerkingen: rijden toegestaan
- max. in bloed: 20 ug/L
- bij gelijktijdig alcohol of andere drugs: 10 ug/L
6
Q
tramadol
verkeersdeelname
A
- in lage doseringen: na 2 wkn gebruik zonder bijwerkingen: rijden toegestaan
7
Q
clemastine
verkeersdeelname
A
verboden