B. Antistolling Flashcards
acetylsalicylzuur
werkingsmechanisme
- trombocytenaggregatieremmer
- remt COX > minder tromboxaan A2 > remming primaire hemostase
- irreversibele werking > duur effect is gelijk aan levensduur trombocyt (ca. 10 dagen)
clopidogrel
werkingsmechanisme
- trombocytenaggregatieremmer
- irreversibele blokkade ADP receptor op trombocyt > remming activering GPIIb/IIIa
- werkingsduur: levensduur trombocyt
ticagrelor
werkingsmechanisme
- trombocytenaggregatieremmer
- P2Y12 receptor antagonist op trombocyt
- reversibel
- T½ 7 uur > korte werkingsduur
dipyridamol
werkingsmechanisme
- trombocytenaggregatieremmer
- T½ 12 uur
acetylsalicylzuur
indicaties
- primaire en secundaire preventie bij arterieel vaatlijden:
myocardinfarct, angina pectoris en post CABG - secundaire preventie na TIA/CVA (tweede keus)
- perifeer arterieel vaatlijden (tweede keus)
dosering cardio 1d80mg
clopidogrel
indicaties
- secundaire preventie na TIA/CVA (eerste keus)
- perifeer arterieel vaatlijden (eerste keus)
- na stentplaatsing
- na acuut coronair syndroom
ticagrelor
indicaties
acuut coronair syndroom (al dan niet met stenting)
dipyridamol
indicaties
secundaire preventie na TIA of CVA i.c.m. acetylsalicylzuur (tweede keus)
acetylsalicylzuur
interacties
verhoogde kans bloeding bij:
- corticosteroïden
- NSAID
- SSRI
welke stollingsfactoren zijn vitamine K afhankelijk?
factor II, VII, IX en X
acenocoumarol
werkingsmechanisme
- vitamine K antagonist
- T½ 8 uur
- max. werking 36-48 uur
- werking houdt dagen aan
fenprocoumon
werkingsmechanisme
- vitamine K antagonist
- T½ 160 uur
- max. werking na 48-72 uur
- werking houdt weken aan
coumarines
indicaties
- atriumfibrilleren
- mechanische klepprothese
- diep veneuze trombose
- longembolieën
kans op TIA/CVA bij AF berekenen met CHA2DS2-VASc score, bij >1 → vitamine-K antagonist (of DOAC)
coumarines
bijwerking
risicofactoren
bloeding
RF:
- therapieontrouw
- onregelmatige alcoholinname
- koorts
coumarines
wat te doen bij bloeding?
- vitamine K toediening
- evt. vierfactoren concentraat (Cofact)
obv INR
coumarines
interacties/bijwerking + effect
- koorts
afbraak coumarines ↓ + stollingeiwitten werken slechter → hogere INR - slechte intake
weinig vitK intake → hogere INR - onregelmatige alcoholinname
werking coumarines versterkt - NSAIDs, TAR, corticosteroïden
verhood bloedingsrisico; NSAIDs en acetylsalicylzuur (analgetisch) gecontra-indiceerd - cotrimoxazol
werking coumarines versterkt - anti-epileptica (carbamazepine, fenytoïne), rifampicine
CYP-inducers → coumarinewerking verminderd
heparines
voorbeelden
heparine
nadroparine (LMWH)
heparine
werkingsmechanisme
activeert anti-trombine III → secundair neutralisering van geactiveerde stollingsfactoren, m.n. factor IIa (trombine) en geactiveerde factor X → remming van omzetting fibrinogeen naar fibrine
antistollend effect meten met aPTT
nadroparine (LMWH)
werkingsmechanisme
- zelfde als heparine, alleen hogere anti-Xa activiteit en zwakkere anti-IIa activiteit dan ongefractioneerde heparine
- renaal geklaard
werking meten met anti-factor Xa
heparines
indicaties
- tromboseprofylaxe
- ter overbrugging bij starten/onderbreken coumarines/DOAC
heparines
bijwerkingen
risicofactoren
interacties
bloeding
RF: nierinsufficiëntie (stapeling)
interacties: NSAIDs, corticosteroïden
heparines
wat te doen bij bloeding?
protamine
DOAC
voorbeelden
dabigatran
apixaban
rivaroxaban
edoxaban
dabigatran
werkingsmechanisme
- remmer factor II
- 80% renale klaring
apixaban
edoxaban
rivaroxaban
werkingsmechanisme
- remmer factor Xa
- slechts ca. 30% renale klaring
DOAC
indicaties
- non-valvulair atriumfibrilleren
- diep veneuze trombose
- longembolie
dabigatran
bijwerkingen
risicofactoren
bloeding
RF: nierfunctiestoornis (stapeling)
dabigatran
apixaban
edoxaban
rivaroxaban
risicofactor / interactie
hogere spiegel door enzymremming: verapamil, itraconazol
DOAC
wat te doen bij bloeding
- apixaban/rivaroxaban/edoxaban → Cofact (vierfactor concentraat)
- dabigatran → idarucizumab