D. Antidiabetica Flashcards

1
Q

metformine

werkingsmechanisme

A
  • remt glucoseproductie in lever
  • verhoogt de insulinegevoeligheid in perifere weefsels

biguanide

stimuleert de insuline productie NIET > kan dus GEEN hypoglycemie veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

metformine

kinetiek

A

renaal geklaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

metformine

indicaties

A
  • diabetes mellitus type II
  • bij GFR >30 (vanwege renale klaring)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

metformine

bijwerkingen

A
  • maagdarmstoornissen: dunne ontlasting / diarree
  • zeldzaam: lactaatacidose (vooral bij accumulatie metformine, dus bij nierfunctiestoornissen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

metformine

contraindicaties

A
  • nierinsufficiëntie
  • hartfalen
  • sepsis
  • chronische hypoxemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

SU-derivaten

voorbeelden

A

= sulfonylureumderivaten
- tolbutamide
- gliclazide
langwerkend:
- glibenclamide
- glimeperide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SU-derivaten

eerste keus

A

gliclazide
want kans op hypoglycemie het kleinst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

SU-derivaten

indicaties

A

tweede stap in behandeling diabetes mellitus type II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SU-derivaten

werkingsmechanisme

A

stimuleren onafhankelijk de insulineproductie in de beta-cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SU-derivaten

bijwerkingen
risicofactoren / interacties

A
  • hypoglycemie
    RF: slechte/onregelmatige intake, inspanning, nierinsufficiëntie, ouderen
    MED: betablokkers (beginsymptomen maskeren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SGLT2-remmers

werkingsmechanisme

A

blokkeren selectief en reversibel de natriumglucose-cotransporter2 in de nieren > renale glucose reabsorptie geremd > meer glucoseuitscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SGLT2-remmers

bijwerkingen
risicofactoren / interacties

A

euglycemische diabetische ketoacidose (EDKA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

insuline

indicaties

A

diabetes type I

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

insuline Aspart (Novorapid)

werking

A
  • snelwerkend insuline-analoog
  • voor/tijdens/direct na maaltijd
  • piek: na 45-90 min
  • werkingsduur: 4-5 uur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

insuline Glargine (Lantus)

werking

A
  • langwerkende insuline-analoog
  • na avondeten / net voor slapen
  • werkingsduur ca. 24 uur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gewone insuline (humuline regular / actrapid)

A
  • kortwerkende insuline
  • 30 min voor maaltijd
  • piek: na 2-3 uur
  • werkingsduur 6-8 uur