Iongradient en membraanpotentiaal Flashcards

1
Q

Hoe komt het dat de cel aan de binnenkant negatief geladen is?

A

vooral gevolg van negatief geladen organische ionen (anionen) die in hoge mate aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke ionen willen de cel in en uit in rust?

A

cel in: natrium en chloride
cel uit: kalium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het rustmembraanpotentiaal?

A

potentiaal verschil als gevolg van totale ladingsverschil tussen intracellulaire en extracellulaire omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormen van passief ionentransport zijn er?

A
  1. porien/ion-selectieve kanalen> gereguleerd door open of gesloten toestand, weinig electief, langdurig open, met elektrochemische gradient mee
  2. carriers> transporteren middels conformatie, difussie van 1 of enkele moleculen tegelijk, altijd met elektrochemische gradient mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een vorm van actief transport?

A

energiegekoppelde carriers/ionenpompen > conformatie verandert tijdens transport, 1 of enkele moleculen tegelijk (selectief) en tegen elektrochemische gradient in (dus ATP nodig). Voorbeeld: Na/K ATPase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt actief transport gedreven?

A

primair: door ATP hydrolyse
secundair: door downhill symport of antiport van ander ion/molecuul (altijd co-transport)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt passief en actief transport ook wel genoemd?

A

passief = downhill
actief = uphill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet een uniporter, antiporter en symporter?

A

uniporter = carrier die 1 molecuul transporteert
antiporter = carrier die meerdere moleculen in tegengestelde richting transporteert
symporter = carrier die meerdere moleculen in zelfde richting transporteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 voorbeelden van direct/primair actief transport

A
  1. Na/K ATPase > antiport 3 Na/2K
  2. Ca ATPase > antiport 1 Ca/1,2 of 3 H
  3. Ca ATPase > antiport 2 Ca/2 H (spier)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 voorbeelden van indirect/secundair actief transport

A

NCX (3 Na/1 Ca)
NHE (1 Na/1 H)
ANT > adenine nucleotide translocator (1ADP/1 ATP)
SGLT-2 > Na glucose transporter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvan hangt het rustmembraanpotentiaal af?

A

evenwichtspotentialen van de verschillende ionen, die door membraan kunnen worden getransporteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk ion beinvloed rustmembraanpotentiaal het meest en waarom?

A

kalium, kan het makkelijkst worden getransporteerd (hoogste permeabiliteit) in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt evenwichtspotentiaal ook wel genoemd?

A

Nernstpotentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn evenwichtspotentialen voor Na, K, Ca, Cl

A

Na = 67 mV
K = -88 mV
Ca = 123 mV
Cl = -89 mV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de waarde van rustmembraanpotentiaal?

A

-80 mV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk ion heeft hoogste permeabiliteit en welke laagste?

A

pK > pCl >pNA > pCa

17
Q

Wat houdt de potentiele energie in?

A

drijfkracht voor transport

18
Q

Wanneer gaat een ion van binnen naar buiten en andersom en wanneer is er evenwicht?

A

-als potentiele energie < 0 dan wil ion van buiten naar binnen
-als potentiele energie > 0 dan wil ion van binnen naar buiten
-als potentiele energie = 0 dan is er geen netto transport

19
Q

Op welke manieren wordt gebruik gemaakt van de potentiele energie?

A
  1. opening van Na kanalen (tijdens actiepotentiaal in zenuw- en spiercel)
  2. opening Ca-kanalen (tijdens actiepotentiaal in pacemaker cel)
  3. Na-gekoppeld transoprt (actief transport bijv. glucose transport of NCX)
20
Q

Wanneer is de potentiele energie groot?

A

Bij ionen met een lage permeabiliteit en een hoog concentratieverschil

21
Q

Hoe blijven iongradienten in stand?

A

Na/K pomp

22
Q

Hoe werkt Na/K pomp

A

Pompt tegen elektrochemische gradient in bij hydrolyse van ATP> 3 Na naar buiten uitgewisseld met 2 K ionen naar binnen

23
Q

Welke 2 toestanden heeft de Na/K pomp?

A
  1. E1 > opening binnenzijde/cytosolaire zijde, weinig affiniteit K, veel Na
  2. E2 > opening buitenzijde/extracellulaire zijde, veel affiniteit K, weinig Na
24
Q

Hoe vindt toestandsverandering van Na/K pomp plaats?

A

2 stappen:
1. energie ATP gebruikt om aminozuur op Na/K pomp te fosforyleren leidt tot E1 naar E2
2. fosfaat komt los van aspartaatgroep > E2 naar E1

25
Q

Wat is de functie van Digoxine?

A

Digoxine bevat Ouabaine, dat de Na/K pomp remt, doordat het Kalium bindingsplekken bezet. Dit kan een belemmering vormen voor in gang zetting van actiepotentialen. Na gradient wordt minder.

26
Q

Van wat is het evenwichtspotentiaal afhankelijk?

A

alleen van ionconcentratiegradient