INTRODUCTIE IN HET DOMEIN VAN CULTURELE STUDIES: HET DEBAT ROND HOGE EN LAGE CULTUUR REPRESENTATIE EN BEELDVORMING; POPULAIRE CULTUUR Flashcards
Wat is cultuur en wat heeft de Vlaamse kanon hiermee te maken? Waarom werkt dit de diversiteit tegen?
Het houdt zich bezig met de productie en uitwisseling van betekenissen tussen leden van een bepaalde gemeenschap of groep. Op die manier proberen ze de wereld rondom hen te begrijpen.
Er is geen aparte persoon bevoegd voor cultuur, maar Jan Jambon gaat als premier daarover bevoegdheid krijgen. Hierdoor wordt de Vlaamse identiteit in het kader van de politiek gekaderd. Wat cultuur is en wat het zou kunnen zijn, gaat volledig vanuit een politiek perspectief bekeken worden. De Vlaamse kanon komt er, een commissie van experts zal hierover beslissen hoe het er zal uitzien.
Er komt ook een Vlaams museum. Er is een enorme verrechtsing gebeurd tijdens de verkiezingen, dus gaan ze ook wat meer inzetten op de identiteit van Vlaanderen. De komende vijf jaar wil men meer jobs, meer cultuur en dat zal allemaal komen vanuit die Vlaamse identiteit. De culturele kanon zal zorgen voor meer vertrouwen voor een gemeenschappelijke identiteit.
We worden geconfronteerd met de diversiteit waar het verhaal mee geconfronteerd wordt. We moeten verschillende verhalen naast mekaar kunnen zetten, maar hoe en hoe complex? Mensen zijn daar niet voor te vinden en willen dus het Vlaamse verhaal centraal stellen. Dat is wat er gebeurd in literatuur en boeken vandaag de dag. Zo komen we tot de paradox van nationalisme tegen globalisering.
Wat bedoelt men met de mens als cultureel wezen?
De mens gaat een betekenisvolle interpretatie geven aan de zaken die een bepaalde waarde voor ons hebben of aan zaken waar de interpretatie belangrijk is voor de effectieve uitvoering ervan. Hierbij zie je een verschil met de mens als biologisch wezen.
Waarom wordt volgens Du Gay cultuur belangrijker?
- Substantieel (empirische werkelijkheid): het groter geworden belang van culturele praktijken en instituties in elk domein van ons sociaal leven.
- Epistemologisch: groeiende status van cultuur binnen de sociale wetenschappen, cultuur wordt nu gezien als even bepalend voor de sociale wereld als economie of politiek en de sociale praktijken zijn betekenisvolle praktijken.
Wat is het cultureel circuit?
Dit is een circuit dat bestaat uit vijf culturele processen of praktijk die mensen gebruiken om betekenissen te creëren en deze in die praktijken te laten circuleren.
- Representatie: hoe wordt iets in beeld gebracht
- Identiteit: over welk object gaat het, welk etiket wordt eraan gekoppeld
- Productie: hoe wordt het geproduceerd en welke vorm krijgt het
- Consumptie: door wie wordt het gebruikt
- Regulering: wat is de verhouding van al deze zaken in de circuit of culture?
Leg het cultureel circuit uit aan de hand van de Walkman?
De walkman wordt gerepresenteerd door middel van visuele taal in de reclameteksten. Zo wordt de betekenis en het beeld vastgelegd en doorgegeven in de samenleving. Het doelt op een bepaalde groep zoals jonge sportievelingen, waardoor het een bepaald identiteitsgevoel heeft.
Wat de productie betreft is het technisch geproduceerd maar ook cultureel als cultureel artefact. Doordat het een cultureel artefact is, is het geëncadreerd met specifieke betekenissen; deze worden nog eens benadrukt via het design (technisch). Door deze tweedelige productie (vooral design) wordt het gelinkt aan de consumptie door de manier waarop de Walkman eruit ziet en voelt om een band te leggen met consumenten en een bepaalde identiteit.
Op deze manier kan je zien dat de Walkman een individuele identiteit, een groepsidentiteit (reclame) en een bedrijfsidentiteit krijgt.
De consumptie ervan is het gebruik in hun dagelijkse leven, de signifying practice is hier het creëren van intimiteit.
De regulering is hierbij nodig omdat het de grenzen tussen privaat en publiek verstoord, dus instituties gaan ervoor zorgen dat er regels opgesteld worden voor het gebruik ervan.
= zo krijg je meerdere culturele betekenissen door deze verschillende culturele praktijken. Representatie is daarom ook de centrale praktijk via deelde mensen betekenis creëren, de ander praktijken hun interpretatie vloeien daaruit voort.
Hoe creëren mensen betekenissen, interpreteren ze deze en wisselen ze uit?
Via taal = woorden, beelden, klanken, gebaren.. De tekens die gebruikt worden zijn een representatie of dus een weergave van onze concepten, ideeën en gevoelens naar anderen toe. Vandaar is het een centrale praktijk.
Wat zijn volgens Hall de twee representatiesystemen?
- Het systeem dat ons in staat stelt om betekenis te verlenen aan de wereld door het verbinden van dingen (objecten, mensen, gebeurtenenissen) met mentale representaties of concepten (conceptuele map)
- Het systeem waarbij mensen in een bepaalde cultuur die conceptuele map gaan verbinden met een geheel aan tekens, die georganiseerd zijn in een taal die die concepten representeert of weergeeft verbinden
Je moet nog altijd een onderscheid maken tussen de realiteit en de representatie (Ceci n’est pas une pipe.) Betekenissen worden geconstrueerd.
Wat is het verschil tussen de constructivistische theorie, de weerspiegelingstheorie en de intentionele benadering? Hoe is dit een kritische blik op constructivistische journalistiek?
De constructivistische theorie zegt dat representaties actief de wereld mee construeren door de betekenissen die ze produceren (via ‘taal’), naast het feit dat het een weerspiegeling is van de werkelijkheid. Volgens weerspiegelingstheorie reflecteert taal alleen maar de sociale werkelijkheid die al bestaat. De intentionele benadering gaat ervan uit dat taal enkel uitdrukt wat men (fotograaf, schilder…) wil uitdrukken en houdt weinig rekening met de gedeelde codes en conventies van taal in een bepaalde cultuur.
Wat is semiotiek?
De studie of de wetenschap van de tekens en hun rol als voertuigen van betekenis in onze maatschappij. Het focust op hoe iets wordt gerepresenteerd, hoe betekenis wordt geproduceerd via taal.
- teken (bank) of linguïstische code (verkeerslichtkleuren)
- betekenaar: vorm die het teken aanneemt (bv. welke letters vormen het woord)
- betekende: het concept waarvoor het teken staat
Betekenis wordt altijd contextueel en historisch geïnterpreteerd. (bv. lynchen photography)
Wat zijn volgens Peirce de drie soorten tekens?
- Symbolische: arbitraire relatie tussen betekenaar en betekende (een roos ruikt ook lekker onder een andere naam of betekenaar)
- Iconische: vorm (betekenaar) vertoont gelijkenis met concept (betekende)
- Indexicale: relatie tussen betekenaar en betekende rust op een causaal of existentieel verband
Maar bij deze drie nog altijd verschil met het werkelijke beeld dus het zijn ook codes (symboliciteit, iconiciteit, indexicaliteit)
Wat is de taaltheorie van Saussure (structuralist)
Een geheel van regeles en codes van een bepaald linguïstisch systeem, dat alle gebruikers ervan moeten kennen om doeltreffend te kunnen communiceren.
- Langue: onderliggende structuur van een taal
- Parole: individuele, specifieke taaluitingen die de langue toepast
Wat is narratologie?
Dit is kijken naar de structurele analyse van het tekensysteem ‘verhaal’ (held-vijand, goed-slecht). Het heeft te maken met het concept genre.
Wat is denotatie en connotatie?
Denotatie is het meest voor de hand liggende concept (betekende) dat we aan een betekenaar (vorm) koppelen.
Connotatie: Het verbinden van de betekenaar aan een code van de modetaal.
= Beiden zijn juiste betekenisverleningen.
Voorbeeld vos:
Vos: het woord wordt verbonden aan een concept uit de werkelijkheid (zoogdier met bruinrode kleur)
Vos: onderliggende betekenis vanuit code van een taal, wil zeggen sluw
Voorbeeld kindsoldaat (Barthes’ representatie van een foto):
denotatie: kind in uniform met geweer
connotatie: gelinkt aan geschieden en context is kindsoldaat
Wat zijn discours in cultuur?
Dit is de studie van grotere, aaneengesloten taaleenheden, zoals conversaties of volledige teksten. Hierbij zijn representaties open systemen die verbonden zijn met sociale praktijken en macht. Het is een manier om over de ons omringende sociale werkelijkheid te praten. ( religieus, feministisch, elitaire discours…). Een discours is een specifiek raster, een kennisveld om de wereld te begrijpen.
Wat zegt Foucault over discours?
Het zijn uitsluitingssystemen omdat het bepaald welke de criteria zijn voor de waarheid, wanneer van welke dingen kan worden gesproken en wanneer niet (wanneer is iets racisme en wanneer niet).
Wat is een discours analyse?
Een onderzoek naar hoe taal en representatie betekenis produceren en hoe kennis gelinkt is met macht, gedragsregulering, identiteiten, subjectiviteit. Rekening houdend met het representatieregime ( historische specificiteit).