Interne validiteit Flashcards

1
Q

Vormen van

Interne validiteit

A
  • Geschiedenis
  • Selectie
  • Regressie naar het gemiddelde
  • Uitval
  • Rijping
  • Instrumenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geschiedenis

A

er was een andere factor die de relatie kon beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Selectie

A

er zijn veel verschillen tussen de 2 onderzochte groepen (leeftijd, gender, opleiding, …)
- random (willekeurig mensen uit de gehele populatie kiezen
- matching (paren matchen en elk in een andere groep zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Regressie naar het gemiddelde

A

extreme groepen uit een voortoets liggen dichter bij elkaar op de natoets doordat er toeval was op de voortoets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitval

A

proefpersonen vallen uit gedurende het onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rijping

A

proefpersonen worden ouder (natuurlijke ontwikkeling)
bijv. testwijsheid: door ervaring op te doen met bepaalde type tests, ga je ze steeds beter maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Instrumenten

A

verschillende instrumenten meten niet exact hetzelfde construct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly